Zonder herstel geen leven

Esther (40) en Rob (49) Lubberts leerden elkaar aan de vooravond van Esthers rock bottom kennen. Rob ging vanaf het begin volledig in haar herstelproces mee. Esther: ‘Ik was niet gewend dat er iemand voor mij was. Ik vond dat ik het ook niet verdiend had.’ Zes jaar later runnen ze samen stichting Axicure, een begeleidingscentrum voor verslaafden in herstel, naast hun huis in de buurt van Deventer. Rob: ‘Zonder herstel is er geen leven.’

Dit artikel verscheen in december 2017 in Lef Magazine. 

Tekst Maartje Hoofs
Fotografie Liz Kunst

Esther: ‘Rob was mijn buurman. Mijn kinderen speelden soms bij hem en zijn toenmalige vrouw op de trampoline. We woonden al drie jaar naast elkaar, maar ik kwam bijna nooit buiten. Het werd de hoogste tijd om mijn gezicht te laten zien en ze te bedanken. Maar ja, nuchter durfde ik dat niet. Onder invloed trouwens ook niet, wat moesten ze wel niet van me denken? Hij was zo’n leuke buurman, ik vond het ontzettend spannend. Daarom koos ik toch voor de dronken optie. We raakten aan de praat en het klikte. Tegelijkertijd zat ik, zonder dat ik het wist, tegen mijn rock bottom aan en Rob was al jaren ongelukkig in zijn huwelijk. We vonden veel steun bij elkaar. Ik zal er niet om liegen: ik was bijna altijd dronken wanneer we elkaar zagen. Dus of het liefde op het eerste gezicht was, weet ik niet want ik heb het niet nuchter ervaren. Wat ik wel weet is dat ik gek op hem was, ik vond hem leuk en lief. Rob had al een paar keer aangegeven dat hij vond dat ik wel veel dronk. Ik antwoordde enigszins verontwaardigd via een mailtje: ik heb geen alcoholisme!

Heel goed en heel nodig
Op mijn vijftiende dronk ik voor het eerst. Ik was er direct mateloos in en werd stomdronken. Voor het eerst in mijn leven dacht ik: wat een gaaf gevoel. Ik wist meteen dat ik vaker zou drinken. Als je naar het verhaal over mijn verslaving vraagt, is dit waar het wat mij betreft begint. Op school werd ik gepest en geslagen. Mijn zelfbeeld is mede daardoor behoorlijk laag geworden. Met alcohol op kreeg ik zelfvertrouwen, op die momenten durfde ik tenminste wat. Ik was voor de verandering eens niet bang, dat was een te gek gevoel. Als ik dronk ging de rem er vanaf. Echt van god los. Ik had geen idee wat dan ik allemaal deed en raakte volledig van de wereld. Op mijn 25e werd ik voor de tweede keer moeder. Je weet natuurlijk wel of je een goede moeder bent of niet.



Esther: ‘Toen ik drie jaar clean was, zijn we getrouwd. Op vrijdag de 13e

 

Ook als je niet hardop wil zeggen dat je je kinderen tekort doet of heel snel boos wordt. Dat familie en vriendinnen last hadden van mijn gedrag en in de jaren daarna afstand van mij namen, wist ik ook. Ik trok alle schuld naar me toe: zie je wel, het komt allemaal door mij. Ik voelde me een onwijs slecht mens. Ook op mijn werk ging het in die tijd  moeizaam. Ik was aan het re-integreren en kwam ontzettend verdrietig en overstuur thuis. Ik zuip vanavond een stuk in mijn kraag, zei ik tegen Rob. ‘Niet gaan drinken’, was zijn reactie. Maar ’s avonds dronk ik toch, waardoor dat gevoel alleen maar erger werd.  Ik zag het niet meer zitten, ik was echt op mijn eind en had ook snijpogingen gedaan. Het leek me beter voor iedereen als ik er niet meer was. Toen  ben ik naar de huisarts gegaan. Via de huisarts ben ik bij de crisisdienst in Apeldoorn opgevangen. Daar stond ik volledig achter: het was heel goed en heel nodig. Ik wist namelijk dat er een dag zou komen waarop een snijpoging zou slagen. Nuchter sneed ik niet, alleen als ik gedronken had en ik wist dat ik de drank niet kon laten staan. Mij naar huis laten gaan, was daarom onverantwoord.

Freak
In de crisisopvang kwam de ontwenning. Jemig, mijn bed was zeiknat en ik had last van zucht. Vanuit de crisisopvang werd ik snel voor de dagbehandeling aangemeld. Daarna viel eigenlijk alles op zijn plek. Ik woonde weer thuis, Rob lag inmiddels in scheiding en kwam elke avond bij me langs. Dan vertelde ik hem over de behandeling. Ik heb me altijd een freak gevoeld, het domme en lelijke eendje. Eenmaal bij de behandeling bleek dat er veel meer mensen zijn die zich zo voelen. Door die herkenning voelde ik me minder alleen. We waren in die groep eerlijk naar elkaar. Er werd me een spiegel voorgehouden en ik leerde mijn maskers afdoen. Ik weet nog dat ik zei: ‘Als ik al mijn maskers af heb gedaan, weet ik niet wie er tevoorschijn komt. Want ik weet helemaal niet wie ik ben.’ Die conclusie vond ik eigenlijk best verdrietig. Door de behandeling zie ik in waarom ik ben gaan drinken. Dat ik er zelfvertrouwen van krijg maar dat daar ook andere manieren voor zijn, zonder alcohol. Ook weet ik nu dat ik niet de enige ben en ik voel voor het eerst echte verbondenheid. Het is prachtig wat daar allemaal in die groep gebeurd is. Ik heb er mijn zelfrespect teruggekregen. Het raakt me allemaal nog steeds. Moet je je voorstellen: ik was 33 jaar toen ik me voor het eerst in mijn leven geen freak voelde. Ongelofelijk. Er moest aan meer dan alleen mijn verslaving gewerkt worden, dat was duidelijk. Dus ik deed traumaverwerking, EMDR en had individuele begeleiding. Mijn steun en toeverlaat mag ik natuurlijk niet vergeten. Want Rob bleef terugkomen. Ook toen ik terugviel en geschorst werd van de behandeling nadat ik het te bont had gemaakt. Rob bleef. Direct na mijn behandeling dacht ik dat een biertje wel weer kon. Ik viel genadeloos terug, harder dan voor de behandeling. Maar hij bleef. Ik vond dat heel bijzonder. Rob komt uit een situatie van verbondenheid, ik uit autonomie. Dat was in het begin best spannend. Toch ging het samenwonen goed. 



Esther: ‘Hersteltijd maakt eigenlijk niet zoveel uit’



Rob is rustig, altijd. Dat werkt zo goed voor mij. Ik was het niet gewend dat iemand er voor mij was, ik vond dat ik dat ook niet verdiend had. Rob is mijn rots, ik kan tweehonderd procent op hem rekenen. Tijdens mijn terugval riep ik: ‘Ga weg! Waarom blijf je bij mij?’ Maar door de jaren heen ben ik me steeds bewuster geworden van de cadeautjes die ik krijg. Toen ik drie jaar clean was, zijn we getrouwd. Op vrijdag de 13e. Als ik over mijn herstel vertel, is het vanzelfsprekend dat hij daarbij hoort. We zijn een. Het is onvoorstelbaar om zoveel rust in je relatie te vinden. Er is niemand waar ik zoveel steun van krijg als van Rob.  Zijn rust is heel bijzonder. Hij gooit nooit olie op het vuur. Wanneer er iets met mij aan de hand is, ziet Rob dat eerder dan ik. Hij is dingen voor. Hij weet wanneer ik zucht krijg, op die momenten heeft hij al iets gepland. Dan heeft hij bijvoorbeeld wat te eten bij zich of gaan we wandelen. Afleidende activiteiten, noemt hij dat. Hij steunt me op een manier die niet betuttelend is. Janken en troosten vind ik maar stom gedoe, toch laat ik bij Rob voor het eerst mijn echte emoties zien.

Slim in plaats van sterk
Mijn herstel was er niet ineens. Daar heb ik jaren aan gewerkt en ik weet dat ik er altijd aan moet werken. Hersteltijd maakt eigenlijk niet zoveel uit. Natuurlijk wordt de trek minder en sta je sterker in je schoenen. Maar in stresssituaties of als ik niet met heftige gebeurtenissen kan omgaan, pak ik extra meetings en ga ik actiever aan de slag met mijn sponsor. Als je voortdurend aan je herstel werkt, ben je beter bestand tegen een rotsituatie. Dan val je minder snel terug. Maar toch kan het me overvallen. Rob en ik maakten een wandeling over de dijk nadat mijn halfbroertje overleden was. Het was het eerste grote verdriet dat ik meemaakte terwijl ik in herstel was. Ik was vier en een half jaar clean en Rob aan het overtuigen: een keer drinken maakt toch niet uit? Het krankzinnige van herstel is dat je even dreigt te vergeten hoe je rock bottom er ook alweer uitzag. Dat je niet kan stoppen. Als de nood aan de man is, vergeet je dat dus gewoon. Ik vind dat bizar. ‘Gelukkig hebben we de foto’s nog’, zegt Rob dan. Hij heeft foto’s van mij gemaakt tijdens mijn eerste terugval. Ze zijn heel akelig, met bloed en dergelijke. We hebben ze bewaard. Hij heeft ze mij nooit hoeven laten zien om een terugval tegen te gaan. Ik bewaar de foto’s als stok achter de deur: als ik zin heb in alcohol is dit waar ik blijkbaar naar terug wil. En dat wil ik echt niet. Als we naar een hotel gaan, laten we de minibar leeghalen. Ik kom er niet aan, kan rustig in die kamer slapen en er naar kijken. Maar waarom zou je jezelf dat aandoen? Wetende dat ik die drank niet wil, maar ook niet mag. Als we op een verjaardag zijn en een van ons wil weg, gebruiken we een codewoord. Rob weet dan precies waarom ik weg wil. In de schouwburg hebben we eens aangegeven dat we geen alcohol door ons eten willen. Wordt er vervolgens luidkeels door die zaal geroepen: ‘Wie heeft er geen alcohol in zijn eten, wie heeft de alcoholallergie?’ Nou, moet dat echt door die hele zaal? Verschrikkelijk. Dat zijn momenten waarop we ‘samen werken’. Samen proberen we slim te zijn in plaats van sterk.’

Rob: ‘In een vergelijkbare situatie antwoordde Esther laatst: ‘Nee, ik heb een verslaving.’ Toen hebben we een goed gesprek gehad met de betrokken mevrouw. Dat was leuk, het is geen geheim meer. Ik denk dat hoe langer je in herstel zit, hoe trotser je bent om dat te vertellen. De schaamte die er in het begin was, is weg. Esther weet heel goed wat ze wil en kan dat ook goed verwoorden. Soms drukte ze dingen erdoorheen, maar ze is vooral erg enthousiast. Toen ze nog mijn buurvrouw was, dacht ik: dat is een fotomodel. Tijdens onze gesprekken was ze enthousiast en open. Misschien was ze door de drank iets te open. Het duurde niet zo lang voordat ik me afvroeg of ze niet teveel dronk. Esther  ontkende dat. Vlak voor haar rock bottom had ik in de gaten dat het problematisch was. Ze dronk dagelijks tot ze niet meer kon en had er diverse, werkgerelateerde, negatieve gedachten bij. Ik wist dat ik daar geen rol in kon spelen, het was echt haar proces. Ik heb me aan de zijlijn opgesteld, maar wel met de gedachte dat ik altijd voor haar klaarstond. Vanaf haar opname ben ik wel in haar herstel proces meegegaan.


Rob: ‘We leven nu eerlijker en hebben mooiere mensen om ons heen’


Dat vind ik prettig, ik weet nu wat herstel betekent. Daarvoor wist ik wel iets van verslaving. Ik heb een neef met en heroïneverslaving en vroeger heb ik de film Christiane F. gezien. Verder was er nooit zo bewust mee bezig. De avond voordat Esther naar de crisisopvang ging, dronk ik mijn laatste wijntje. Dat maakt het voor ons allebei makkelijker en ik steun haar graag. Daarom ben ik ook altijd naar familieavonden gegaan. Ik heb nooit aan Esther getwijfeld. Achter de maskers zag ik iemand die goed was. Met ons zou het ook goedkomen, daar was ik van overtuigd. De roze wolk was wel vrij snel weg, zeggen we wel eens voor de gein. Je verwacht natuurlijk een heel ander begin van je relatie. Ik denk dat je er in zo’n proces of niet uitkomt samen of juist heel sterk. Esther en ik zijn er heel sterk uitgekomen.

Plan B
Alcohol past niet meer in ons leven. Ik drink nu zes jaar niet meer. Uit ‘eigenwijzigheid’, zeg ik altijd. Sinds 1980 ga ik naar iedere thuiswedstrijd van Go Ahead Eagles. Dat is mijn uitlaatklep. Anderen raken eraan gewend  dat ik niet drink. ‘Allemaal bier?’, werd in het begin nog gevraagd. ‘Want fris haal ik niet.’ Maar ik wil het niet anders en heb ook geen drank nodig om het naar mijn zin te hebben. Bovendien heb ik een hele goede reden om niet te drinken. Wie dat niet begrijpt, heeft pech. Als we vertellen dat Esther al wat langer in herstel zit en wat we met onze stichting doen dan wordt het meestal wel begrepen. In het begin kijken mensen je raar aan als je vertelt dat je vrouw verslaafd is, maar er is ook veel respect voor zowel Esther als voor mij. Ik merk het snel als ze niet goed in haar vel zit of als er teveel triggers zijn. Esther was een paar maanden in herstel toen we voor de eerste keer samen op vakantie gingen.



Rob: ‘Ik heb een hele goede reden om niet te drinken’


Het was een all inclusive-vakantie waar de tap om twaalf uur ’s middags openging. Wij waren de enigen die aan het fris zaten. Ik zag dat Esther zich niet lekker voelde. Ze had het niet naar haar zin en was chagrijnig. Nou, dan gaan we naar huis. Als ik zie dat ze ergens echt niet wil zijn, waarom zouden we dan blijven? We zijn toen eerder vertrokken. Zo hebben we altijd een plan B. Of het nou op een feestje, verjaardag of vakantie is. Vergeleken met zes jaar geleden heb ik een totaal ander leven. Dat heeft natuurlijk met Esther en herstel te maken. Het heeft mijn leven verrijkt. Het is duidelijk dat als Esther was blijven drinken, onze relatie geen stand had gehouden. Drank haalt gewoon niet het beste in haar naar boven. Zonder herstel is er geen leven, denk ik. En ik ben solidair aan Esther, vandaar ook plan B.

Bijzondere combinatie
We leven nu veel eerlijker en hebben mooiere mensen om ons heen. Van de aanwezigen bij ons trouwfeest, zou een deel daarvan er niet bij zijn als we vandaag zouden trouwen. Terwijl we ze toen heel belangrijk vonden. De mensen die we nu om ons heel hebben, zijn geïnteresseerd, denken mee en gaan ook voor ons door het vuur. Esther en ik hebben samen de opleiding tot counselor gedaan. De opleiding en het 12 stappenprogramma hebben ons veel gebracht. We hebben bijvoorbeeld veel mensen in de verslavingswereld leren kennen. Ik zie de toekomst positief tegemoet. We gaan mooie dingen doen met Axicure. De begeleiding van verslaafden in herstel gaat de komende jaren het belangrijkste zijn. We zijn in mei 2017 met de stichting gestart en moeten nog naamsbekendheid krijgen, maar we hebben een programma waar goed over nagedacht is. Onze kracht is dat we een stel zijn dat uit een ervaringsdeskundige en een partner van bestaat. Een bijzondere combinatie. We werken professioneel, maar persoonlijk. Het moet voor onze deelnemers als een warme deken voelen. We zoeken naar een locatie om een safehouse te vestigen. Het heeft geen haast: als het zo moet zijn, komt dat wel. Tot die tijd begeleiden we mensen hier op deze mooie, rustige plek naast ons huis. Een voordeel daarvan is dat ze hun leven vanuit huis kunnen inrichten en oppakken. Esther en ik zijn dankbaar voor wat we mogen doen. We kijken hoopvol vooruit en hebben er zin in. Of zoals ze hier in Deventer zeggen: ‘Kom op dan!’’

Reageer reacties (0)
LEES MEER...