Iemand die mij ook maar een beetje kent, weet van mijn liefde voor de filmreeks van Marvel. In een van de recentere films zegt een van de hoofdpersonages aan het einde van de film: ‘elke reis heeft een einde’. In mijn vorige blog vertelde ik over de laatste weken van mijn moeder en het eerste half jaar na haar overlijden, wat je zou kunnen zien als het einde van de reis voor mijn moeder. Net zoals elke reis een einde heeft, heeft het ook een begin. Daarom vertel ik in deze column over het begin en hoe ik erachter kwam dat mijn moeder verslaafd was aan alcohol.
Om met de deur in huis te vallen, het heeft lang geduurd voordat we als gezin doorhadden dat mijn moeder verslaafd was aan alcohol. Tijdens mijn lezingen als ervaringsdeskundige spreek ik dan ook van twee fases, in de beginfase was ze ‘functioneel verslaafd’: Ze werkte op dat moment nog, reed zonder problemen in haar auto en de buitenwereld had nog geen besef van haar verslaving. In de tweede fase was ze ‘problematisch verslaafd’: Ondanks fervente pogingen van haar kant hield ze het niet meer vol om haar verslaving geheim te houden. Ze begon slechter te eten, had last van stemmingswisselingen, kreeg moeite met werk en het nakomen van afspraken.
Op het eind van de eerste fase begon ik door te krijgen dat er iets aan de hand was met mijn moeder. Toen wist ik alleen nog niet wat dat iets was, ik zal een jaar of 12-13 zijn geweest en had geen idee wat alcoholverslaving was. Als kind heb je weinig tot geen kader hebt op dat vlak. Mijn moeder werkte toen nog (parttime) en steeds vaker zakte ze bij thuiskomst in haar stoel om in een diepe en onrustige slaap te vallen. Ik dacht destijds dat het simpelweg door haar werk kwam, ik deed namelijk ook wel eens even de ogen dicht na een lange dag op school. Een simpel en rationeel 1 + 1 = 2 in mijn gedachten.
Het zijn kleine dingen geweest die langzaam maar zeker een onmiskenbare situatie schetste. Zo is me gaan opvallen dat wanneer ze naar de lokale buurtsuper ging, ze bij thuiskomst telkens eerst even richting de garage of geitenschuur liep (om drank te verstoppen kwam ik later achter). Vervolgens merkte ik op dat de boodschappentas steeds vaker het geluid van tegen elkaar botsende glazen flessen maakte. Daarna lette ik meer op haar gedragingen en werd er een verschil zichtbaar tussen iemand die simpelweg vermoeid was en iemand met alcohol op. Ik ontwikkelde een zesde zintuig voor alles wat op welke manier dan ook afweek. Een ontzettend vermoeiend zintuig om te hebben, ik kan en zal in een volgende column hier ook zeker meer over schrijven.
Het einde van de eerste fase werd ingeluid door een blauwe envelop die bij de post zat. Een brief van Justitie met de oproep dat mijn moeder voor de rechtbank moest verschijnen. Ze was aangehouden omdat ze met alcohol op achter het stuur zat. Op dat moment viel voor mij het spreekwoordelijke kwartje. Mijn kader veranderde, verdiepte zich met de kennis en context waar ik al tijden naar snakte, ik kreeg eindelijk antwoord op de vraag wat er aan de hand was met mijn moeder. Zo ontdekten we mede door de brief dat ze alcohol dronk vlak voor ze van werk naar huis reed, wat het slapen in haar stoel in een hele andere context plaatste. Ze was niet moe, ze sliep haar roes uit. In dat opzicht was de brief een opluchting, zonder oorzaak geen oplossing dacht ik. Echter verliep de periode daarna heel anders dan ik me destijds ooit had kunnen voorstellen. Mijn volgende column gaat dan ook over de vraag ‘Mijn moeder is verslaafd, wat nu?’ en gaat dieper in op de eerste jaren van deze periode.
LEES MEER...