Erachter komen dat je moeder verslaafd is, dat is een proces. Zoals ik in mijn vorige column al vertelde was het niet van de ene dag op de ander, maar duurde het even voordat het spreekwoordelijke kwartje viel. Toen de tweede brief van Justitie op de deurmat viel omdat ze wederom was aangehouden voor het rijden onder invloed, werden automatisch andere instanties ingeschakeld, zoals VNN, om met mijn moeder te praten en haar op weg te helpen naar een leven zonder alcohol(verslaving).
Dat is natuurlijk de hoop en wens je als kind hebt, je hebt liefde voor je ouders en je wenst ze het beste toe. Echter verliep het allemaal anders dan gehoopt. Mijn moeder vond namelijk helemaal niet dat ze een alcoholprobleem had en stond ook niet open voor gesprekken met en ondersteuning van VNN. Het was de wereld die een probleem had, niet zij! Dat ik verbijsterd was, is licht uitgedrukt. De glasharde ontkenning, de stelligheid van haar uitspraken, de intense emotie die ik nog niet eerder zo bij haar had meegemaakt. Er werd een heel ander persoon zichtbaar, eentje vol woede en waar ontzettend moeilijk mee om te gaan was. Deze ontkenning heeft ze nog jaren hardnekkig volgehouden, alle bewijzen en problemen ten spijt.
Op dit punt was haar verslaving primair nog intern zichtbaar binnen ons gezin. Het was met name mijn vader was die zich actief bezighield met de verslaving van mijn moeder, het praten met instanties en het aanpassen van zijn levensstijl om er voor mijn moeder en mij te zijn. Een zware last om te dragen, die bovendien moeilijk is om als kind te moeten aanzien. Op dat moment taxiede mijn vader haar ook drie tot vier keer per week voor dagbehandeling naar Groningen. Familie, vrienden, buren en het dorp waar we woonden waren destijds nog niet in beeld. Anderzijds zou je kunnen zeggen dat ze zich afzijdig hielden, maar dat is een verhaal voor een andere keer.
Na een klein half jaar ging de dagbehandeling in Groningen over naar een meer ambulante behandelingsvorm met gesprekken op locatie en thuis. Voor het eerst was ik in de buurt van de behandeling, echter werd ik alsnog afzijdig gehouden. Dit was door toedoen van mijn moeder, die aangaf dat ze enkel en alleen aan de gesprekken zou meewerken mits er maar niet met mij over gepraat werd. Gesprekken werd of onder schooltijd gehouden, of ik werd naar mijn kamer gestuurd indien ik wel thuis was. Je kunt je afvragen waarom ze dit wilde; was het schaamte, het idee om me te beschermen, of iets anders. Ik heb nooit een duidelijk antwoord van haar gekregen helaas.
Voor mij bleef dus de vraag ‘mijn moeder is verslaafd, en nu?’ Hoewel de puzzelstukjes zichtbaar werden was er geen vooruitgang, eerder achteruitgang. Ze begon namelijk meer te drinken, de gesprekken met VNN gingen steeds moeizamer en de sfeer thuis werd grimmiger. Het werd duidelijk dat ze enkel haar best deed om een bepaald masker voor te houden, mensen te manipuleren en dat ze niet oprecht bezig was met herstel. Dit was dan ook het begin van de tergend langzame breuk tussen mijn moeder ik, de pijnlijke loyaliteit als kind zijnde waardoor je grenzen overschreden worden en situaties die tot emotionele littekens hebben geleid die tot op de dag vandaag zichtbaar zijn. Daarover meer in mijn volgende column.
LEES MEER...