Ver in de EMDR-sessie komen we dan eindelijk tot de kern van mijn behoefte. De jeugdherinnering waarin ik vaak als laatste werd gekozen bij gym staat nog scherp op mijn netvlies. ‘Ik wil dat hij voor mij kiest.’

Het is nu mijn vader die ik voor mij zie. De eerste man van wie ik onvoorwaardelijk hield. ‘Hij had voor mij moeten kiezen, maar hij was er bijna nooit. Ik heb zo vaak op hem gewacht.’ Tranen persen zich naar buiten tussen mijn samengeknepen oogleden. Ik voel hoe mijn handen zich ballen tot vuisten. ‘Zo was het ook met Ron. Ik gaf hem alles wat hij wilde en wachtte net zo lang als nodig was in de hoop dat hij op een dag voor mij zou kiezen. Net zo vaak als dat ik onze relatie beëindigde kwam ik ook weer bij hem terug. Hetzelfde was met Nadim en hij was zelfs getrouwd. Ik wil het niet meer, ik wil niet meer kiezen voor onbereikbare mannen.’

Annemarie ademt diep in en uit, waarschijnlijk met de bedoeling dat ik volg. ‘We weten inmiddels dat de oorsprong van het patroon van aantrekken en afstoten plaatsvond in de relatie tussen jou en je vader. Nadat jij je moeder afwees, werd hij de ouder waaraan jij je op jonge leeftijd bent gaan hechten.’ Als hij in de weekenden thuis was, dan nam jij genoegen met de aandacht die hij je kon geven. Dat voelde als een beloning voor het lange wachten. De dopamine die vrijkwam, gaf jou een heel fijn en gelukkig gevoel. Doordeweeks hunkerde jij elke dag naar die fijne aandacht van je vader, maar kwam hij pas thuis wanneer jij al in bed lag. Constant wachtte jij op jouw onbereikbare vader. Als hij in het weekend dan weer thuiskwam, was zijn aandacht als zuurstof. Je kon weer ademhalen. Dit masochistische patroon is voor jou aantrekkelijk en vanzelfsprekend geworden. Niet zo gek dus dat jij nu nog steeds je pijlen richt op die ene man die jou heeft afgewezen of die niet beschikbaar blijkt. Dat is precies het patroon dat jij kent. Het wachten, het hunkeren, het vragen en uiteindelijk dat heerlijke dopamine shot als hij je wél even die aandacht geeft.’

‘Als je het zo uitlegt, doet het me denken aan een illusie. Ik wil niet naar drie meetings op een dag in de hoop daar die ene onbereikbare man weer te zien. Mezelf zichtbaar maken in de hoop dat hij toch hapt. Het is gewoon één grote mindfuck. Ik wil eruit, ik wil er godverdomme uit!’

Geschrokken van mijn eigen agressie haal ik nog even diep adem en op zachtere toon ga ik verder: ‘Ik wil niet meer wachten op het moment dat een man voor mij kiest. Dan maar géén man. Dan kies ik zelf wel voor mij.’

 

Reageer reacties (0)
LEES MEER...