Zo voel ik me na een terugval

In deze blog ga ik het niet hebben over het proces dat voorafgaat aan een terugval. Er gebeurt namelijk nogal het een en ander voordat het middel daadwerkelijk weer opgepakt wordt. Maar ik zal proberen te omschrijven wat er binnen in mij (in mijn mind) allemaal gebeurt als ik bijvoorbeeld wakker word op de dag nádat ik een terugval heb gehad. En met een terugval bedoel ik dan iets heel anders dan elke week of elke maand op je bek gaan. Dan verwordt het namelijk al snel tot een vast patroon van ‘gewoon’ weer gebruiken. Bovendien heeft er op een maand tijd amper iets van enig herstel kunnen plaatsvinden.

Nee, bij mij is er sprake van een terugval als ik echt al een tijdje serieus in herstel heb gezeten, dingen al anders heb gedaan, bepaald gedrag al probeer te veranderen, al een tijdje met emoties had leren dealen op een gezonde manier, en dat het dan tóch weer is misgegaan. Het is niet specifiek aan een bepaalde tijd gebonden, maar als ik bijvoorbeeld negentig dagen clean was, dan had ik wel al wezenlijk iets aan mijn herstel gedaan, anders had ik die drie maanden clean zijn simpelweg niet gered. Dat is echt wat anders dan met een beetje mazzel de twee weken aantikken, en dan als een spuwende Etna uit elkaar spatten door de inmiddels onhoudbare opgebouwde interne druk.

Dus, wat gebeurt er mentaal met me na een échte terugval, dus als het voor het eerst sinds langere tijd toch weer fout is gegaan? Allereerst word ik wakker met een bek waar je U tegen zegt en op het moment van ontwaken snap ik er eventjes helemaal niets van. En dan komt-ie, als een mokerslag: de realitycheck, vergezeld met het gevoel alsof de hele wereld in brand staat, alsof alles verloren en verdoemd is. Alsof ik ben ontwaakt in een wereld zonder greintje licht of positiviteit. ‘Nee, nee, nee, nee, néé! Niet weer... Wat heb ik gedaaaaaan?!’ Vervolgens volgt er nog wat taalgebruik, te asociaal om hier neer te zetten. Maar ga er maar vanuit dat er wat dodelijke ziektes bij betrokken worden in deze fase van ontwaken.

Persoonlijk viel ik nooit terug met ‘maar een paar biertjes’. Qua hoeveelheden ging ik direct verder waar ik op het dieptepunt van mijn gebruik gebleven was. Om jullie een beetje een idee te geven: tijdens mijn hevigste terugvallen heb ik wel eens twee flessen sterke drank weggewerkt binnen 24 uur. Wodka. Brrrr, ik ga spontaan kokhalzen bij de gedachte alleen al. Puur uit de fles, en dan zulke grote en gore slokken naar binnen werken dat al mijn lichaamshaartjes overeind stonden en het zoute speeksel me in mijn bek liep. Tegen kotsen aan, maar goed, het gewenste effect werd bereikt: verdoving. Op zulke momenten had ik ook praktisch geen tolerantie ervoor, omdat ik al een tijd niets in mijn systeem had gehad.

Maar waarom zo belachelijk veel Timo, waarom zo gestoord?! Nou, dat zal ik je haarfijn uitleggen. Als ik ‘besloot’ om terug te vallen, kwam dat vaak omdat ik mij op zo’n moment zó depressief of agressief voelde, dat er niks ergers leek te bestaan dan dat kutgevoel. Boy, was I wrong… Blijkbaar was ik even vergeten hoe het voelde om terug te vallen. Of beter gezegd: de dag erna. Total despair, waarbij je je zó ellendig voelt dat per dírect opnieuw/verder verdoven de enige oplossing of zelfs keuze is. Helemaal vertieft met een zonnebril op linea direct naar de slijterij, als die al open was. Regende het? Ook dan ging die zonnebril op. Op zulke momenten voelde ik me zo mensonwaardig, dat ik absoluut niemand in de ogen kon kijken.

Waarom ben je dan zo vaak teruggevallen, als je dit al zo vaak had meegemaakt? Nou, dat kan komen doordat ik oprecht kan vergeten dat een terugval zo enorm hopeloos en uitzichtloos voelt. Mijn ratio werkt op zulke momenten niet meer naar behoren omdat de obsessie om te gebruiken mijn brein tijdelijk heeft overgenomen. Maar het kan ook komen omdat het mij tijdens heel slechte periodes gewoon geen ene moer meer uitmaakt. Totdat ik wakker word, want dan piep ik wel weer anders.

Tijdens herstel leer ik mezelf te verbinden met mijn gevoelsleven, met mijn zelf, en dan ervaar ik (op en af) zelfliefde. Lang niet altijd hoor, maar hoe kut ik me ook kan voelen tijdens herstel, het voelt in ieder geval ‘zuiver kut’. En zodra er iets van een middel in mijn systeem gaat, is al het zuivere verdwenen. Dus hoe slecht ik mij ook voelde tijdens herstel; niets voelt slechter dan na een terugval in zijn totaliteit te zijn afgesneden van mijn zuivere gevoelsleven. Van mijn echte ik. Een gevoel van spiritueel dood zijn.

Dus ja, de wereld staat in brand, er is geen sprankje hoop, alleen maar ellende, destructie, zelfhaat, paranoia. Dit alles gaat vaak gepaard met een praktische doodswens, omdat ik me zo ontzettend schuldig voel en schaam. En hoe kan ik mensen die om mij geven (en ik om hen) met deze duistere binnenwereld in godsnaam nog onder ogen komen? Juist ja: nieuwe fles wodka erin, en als er geld voor is, nog wat pillen en een paar gram coke eroverheen. Er is voor mij bij een terugval simpelweg bijna geen andere keuze, want alle receptoren in mijn brein kríjsenom een middel. En geloof me: dit is een enorm dwingend en allesoverheersend proces.

Die state of mind, nadat je ontwaakt na een terugval, als je je realiseert dat het wéér fout is gegaan, is voor mij letterlijk de hel. Niks ná de dood, gewoon in dit leven. Daar en op dat moment brand ik in alle mindfucks door een overdosis aan paranoia. Met een diepe zelfhaat en enorme zelfveroordeling. En de stress die erbij komt kijken, is enorm. Mijn ademhaling is op zulke momenten zó hoog dat zelfs een internist zich achter de oren zal krabben, omdat mijn longen zich in mijn voorhoofd lijken te bevinden. (Actieve) verslaving beschouw ik als mijn innerlijke duivel. En zodra ik die teringlijer te vreten heb gegeven, neemt hij de controle over al mijn gedachten, gevoelens en gedrag. Met alle gevolgen van dien. #%!&L

Reageer reacties (0)
LEES MEER...