Mijn gezin en verslaving

Mijn oudste zoon was bijna 14 toen ik ontdekte dat hij blowde. Aan de ene kant vond ik het niet fijn dat hij blowde, maar aan de andere kant zag ik er weinig gevaar in. Iedere puber probeert wel eens wat uit, zo dacht ik.

Maar het bleef niet bij blowen. Op zijn 15e raakte hij verslaafd aan speed. Heftige tijden braken aan in ons gezin. Hij veranderde van een spontane en vrolijke zoon in een onuitstaanbare, onhandelbare en verbaal agressieve jongen. De problemen stapelden zich op. Via Bureau Jeugdzorg kwamen we terecht bij Bijzonder Jeugdwerk Brabant. Hier kregen we een gezinscoach.

Als alleenstaande, fulltime werkende moeder hield ik me al die tijd staande. De verslaving van mijn zoon kreeg mij niet klein, ik was een sterke vrouw zou hoe dan ook doorgaan. Uiteindelijk escaleerde het alsnog met mijn zoon. Hij verhuisde naar zijn vader. Jarenlang had ik me flink gehouden en was ik aan het overleven, maar toen ik uiteindelijk de rust vond, kwam al mijn verdriet eruit. Om mezelf weer op de rit te krijgen ging ik in 2010 in therapie bij een psychotherapeut.

In therapie ontdekte ik dat ik de eetstoornis Binge Eating Disorder, afgekort BED, had. Zelf dacht ik altijd dat ik een bourgondische levensgenieter was, maar dat bleek niets minder dan een leugen die ik mezelf al die tijd voorhield. Tijdens eetbuien had ik geen controle over mezelf. Omdat ik mezelf ontzettend schaamde deed ik het altijd als ik alleen was. Achteraf voelde ik me dan schuldig, somber en eenzaam. Ik walgde van mezelf.

Toen ik mijn eigen problemen op de rit had en mijn eetstoornis achter me liet, kwam ik tot de schrikbarende ontdekking dat mijn dochter ook de eetstoornis BED had.

Oh mijn god, wat heb ik gedaan? Wat heb ik allemaal aan mijn kinderen doorgegeven? Is het erfelijk? Heb ik gefaald in mijn opvoeding?
Om antwoorden te krijgen op deze vragen, startte ik in 2015 een HBO studie voor psychosociaal therapeut.

Daar ontdekte ik dat zowel genetische, sociale en psychische factoren een rol spelen bij verslaving. De rode draad in ons gezin, is de grote angst om niet goed genoeg te zijn. Mijn zoon, mijn dochter en ik, we zijn alle drie bang om in de ogen van anderen te falen en niet aan hun verwachtingen te voldoen. Het is nooit goed genoeg, het kan altijd beter. Negatieve emoties proberen we zoveel mogelijk te verbergen voor anderen, uit angst voor kritiek. Om deze manier van leven voor onszelf dragelijk te maken hebben wij onze emoties gedempt met middelen.

Gelukkig zijn zowel mijn dochter als zoon, inmiddels op eigen verzoek in behandeling. Het zijn jong volwassenen met een flinke dosis wilskracht en doorzettingsvermogen. Ik heb er alle vertrouwen in dat zij een goede toekomst tegemoet gaan en de verslaving achter zich laten. Zelf ben ik hersteld van mijn eetbuien en heb ik de laatste jaren een enorme persoonlijke groei door gemaakt. Oprecht en met heel mijn hart kan ik zeggen dat ik apetrots ben op mijn kinderen, maar ook op mezelf. Nu is het tijd om met mijn ervaringen anderen te helpen.

 

Bezoek Esther's website

Reageer reacties (0)
LEES MEER...