In Tilburg en Breda wordt dit jaar het experiment voor legaal geteelde wiet en hasj gestart. Dit heeft minister Ernst Kuipers van Volksgezondheid bekend gemaakt in de Tweede Kamer. De twee gemeenten zijn de eerste in Nederland waar het experiment zal plaatsvinden.

Nu is het nog verboden voor coffeeshops in Nederland om wiet of hasj in te kopen of zelf te telen, ze mogen het alleen verkopen. Daardoor zijn coffeeshophouders aangewezen op illegale en vaak criminele leveranciers. In Nederland wordt dit gedoogd, omdat de illegaal gekochte wiet daarna legaal aan de klant wordt verkocht. Een vreemde situatie, vinden zowel verschillende gemeenten als de Tweede Kamer. Om de criminaliteit tegen te gaan wil, het kabinet een experiment starten om het inkopen van legale wiet te stimuleren. In 2019 werd het voorstel al goedgekeurd, maar door verschillende redenen werd het steeds uitgesteld. Volgens de minister zou de uitvoering namelijk ‘buitengewoon ingewikkeld’ zijn. Het regelen van locatie- en bankvergunningen blijkt erg complex.

Aanloopfase

Het kabinet noemt het wietexperiment in Tilburg en Breda de ‘aanloopfase’. De aanloopfase gaat van start als er drie telers in staat zijn om voldoende wiet van juiste kwaliteit te leveren. Als de aanloopfase succesvol wordt uitgeoefend, gaat het volledige experiment van start. Het is de bedoeling dat er dan wordt uitgebreid naar acht andere gemeenten. De andere deelnemende gemeenten zijn Arnhem, Almere, Groningen, Heerlen, Hellevoetsluis, Maastricht, Nijmegen en Zaanstad.

Voorwaarden

Een belangrijke voorwaarde is dat er een zogeheten ‘stopknop’ komt. Dit betekent dat het experiment per direct gestopt kan worden als er ernstige problemen ontstaan, bijvoorbeeld voor de openbare orde en veiligheid. Ook mogen coffeeshops een beperkte voorraad van 500 gram wiet bezitten die door de overheid is goedgekeurd. De gehele aanloopfase zal zes maanden duren. Minister Kuipers verwacht dat de aanloopfase in oktober van start kan gaan.

Burgemeesters blij

De burgemeesters Theo Weterings (Tilburg) en Paul Depla (Breda) zijn blij dat het experiment in hun steden van start mag gaan. ‘Met deze aanloopfase in Brabant kunnen we eerste ervaringen opdoen, kinderziektes detecteren en de kennis vergaren om het experiment te perfectioneren. Om zo een vliegende start te kunnen maken met het grootschalige experiment’ zegt Depla.

Reageer reacties (0)
LEES MEER...