‘Zeg eeeh… hoe ben jij daar zo bij Lef terecht gekomen?’, wordt vaak op een aarzelende manier aan mij gevraagd. Dat vraagt men niet uit interesse, maar uit een soort nieuwsgierigheid vol bange vermoedens. ‘Ben je zelf verslaafd?’ Het hoge woord is er uit. Ze hebben hun vraag gesteld en vinden zichzelf heel wat, dat ze dat zomaar durfden te vragen. ‘Nee, ik ben niet verslaafd’, antwoord ik. ‘Hooguit aan nicotine, maar ik kan ook wel een paar dagen zonder.’
Er trekt een waas van opluchting over hun gezichten. Want wat hadden ze in godsnaam moeten zeggen of vragen als ik wel verslaafd was geweest. Je ziet het ze denken.
‘Dus jullie hebben nooit een vrijdagmiddagborrel!’, roepen ze dan, om meteen in lachen uit te barsten. Allemaal. Echt. Iedereen maakt dezelfde grap en ze lachen er allemaal om. De een harder dan de ander. Misschien is het een zenuwtrek.

Het is bijzonder om te merken hoe mensen reageren als je vertelt dat je bij een blad voor verslaafden in herstel werkt. Meestal noem ik het ex-verslaafden trouwens, want het fenomeen ‘herstel’  is voor velen onbekend. Sommigen schrikken van het woord ‘verslaving’. Anderen snappen niet hoe je in vredesnaam met ‘dat volk’ samen kunt werken. Van die luie flikkers die een beetje uitkering trekken en hun handje ophouden terwijl ze het zelf hebben verneukt. Als ik dan vertel dat twee van die ‘luie flikkers’ het blad Lef hebben opgericht, binden ze in. Dat een actieve verslaving overwonnen kan worden, is nieuw voor ze.
Sommigen vertellen hun zorgen over hun eigen alcoholgebruik aan je, zijn blij dat ze hun hart kunnen luchten en vragen advies. Weer anderen nemen je in vertrouwen als het gaat om verslaving in de familie en zijn verbaasd dat ik zo makkelijk vragen stel over het verhaal dat ze vertellen. Verbaasd dat er zo openlijk over gepraat wordt, omdat het in hun familie altijd als een taboe is behandeld.

Als zo’n gesprek eenmaal op gang is, moet ik vaak nog uitleggen dat Lef niet gesubsidieerd wordt en dat het absoluut geen daklozenkrantje is. Dat we met meerdere mensen fulltime aan het blad werken, roept al helemaal veel verbazing op. De kort door de bocht mensen die eerder over luie flikkers praatten, vullen hun onnozelheid nu aan met de opmerking: ‘Maar zo’n glossy kunnen die verslaafden toch helemaal niet betalen? Ze kunnen hun geld wel beter besteden, toch?’ Gevolgd door zo’n irritant lachje.

Ik ben nu ruim een jaar bezig bij Lef. Eerst als stage, toen een tijdje vanuit huis en sinds mei in dienst. In die tijd heb ik veel geleerd over verslaving, het vak journalistiek en het maken van een tijdschrift. En dat er mensen zijn die het gewoon niet wíllen snappen. En ook dat je die het best in hun sop kunt laten gaarkoken.

 

Reageer reacties (0)
LEES MEER...