Een verslaving ontwikkelen, hulp zoeken, behandeld worden en vervolgens je leven zo inrichten om zo goed mogelijk in herstel te blijven is voor iedereen een uitdaging. Maar wat als je tot een minderheidsgroepering hoort die door veel mensen, behandelaren en verslavingsinstellingen nog steeds niet goed begrepen wordt? De regenboog-community vraagt om betere zichtbaarheid, aandacht en veiligheid. ‘Iedereen verdient een eerlijke kans op herstel.’

Daar stonden ze dan op de Dag van Herstel: een aantal enthousiastelingen die roze koeken uitdeelden in een vrolijke koffiehoek vol regenboogvlaggen (Rainbow Recovery & Visibility). Gedreven vertelden ze de belangstellenden over mensen met een verslaving uit de ‘regenboog-community’: een minderheidsgroepering waar helaas nog altijd veel (voor)oordelen over zijn. De afgelopen jaren is er meer aandacht voor het feit dat er allerlei smaken zijn op het gebied van seksuele oriëntatie en genderidentiteit (zie kader). Maar dat neemt niet weg dat het om een kwetsbare groep gaat die statistisch gezien een groter risico loopt op verslaving dan de meerderheid. Seksuele minderheden gebruiken twee keer zo vaak verslavende middelen dan heteroseksuelen en raken daardoor ook vaker in (ernstige) problemen. Dat heeft speciale aandacht nodig, vindt Camiel Welling, arts in de verslavings- en transgenderzorg en betrokken bij diverse nationale en internationale regenboogprojecten. Hij wil het bewustzijn en de kennis over het onderwerp aanzwengelen en geeft geregeld lezingen in klinieken. ‘Iedereen verdient een eerlijke kans op herstel en op dit moment is dat nog niet het geval’, vertelt hij. ‘Veel regenboogmensen lopen rond met schaamte over hun identiteit en voelen zich onveilig in herstel. Zolang je met deze gevoelens rondloopt is het risico op terugval supergroot. En dat hoeft niet.’

Blinde vlek
Iedereen in herstel weet hoe het is geconfronteerd te worden met schaamte, onbegrip en taboe. Maar bij deze groep wordt daar een schepje bovenop gedaan. Een groot aantal mensen die een andere seksuele oriëntatie of genderidentiteit heeft, kampen met trauma’s uit het verleden en ‘minority stress’. Daarnaast lopen regenboogpersonen een hoger risico op geweld, pesten, eenzaamheid, afwijzing, depressie en angststoornissen. In bijvoorbeeld een gayscene waar drugsgebruik, veel losse seksuele contacten en ander destructief gedrag als normaal gezien wordt, voelen ze zich wél geliefd, veilig en begrepen. Dat is een prima voedingsbodem voor ernstige (psychische) problemen. Verslavings- en zelfmoordcijfers in deze groep zijn hoog. In de verslavingszorg is hier een blinde vlek voor, weet Welling. ‘Hoewel dus bewezen is dat regenboogpersonen vaker problemen krijgen met middelen en verslaving, is die oververtegenwoordiging niet terug te zien in behandelklinieken en meetings.’ Dat heeft verschillende redenen, denkt hij. ‘In de eerste plaats is de weg naar passende hulp minder makkelijk te vinden. In regenboogmedia zoals de Gay Krant zie je nauwelijks reclames voor verslavingsbehandelingen. Bovendien blijken niet alle klinieken en meetings even tolerant naar regenboogmensen. Ook het woord Hogere Macht schrikt soms af, omdat een deel traumatische ervaringen heeft met religie. Een ander deel heeft ten slotte negatieve ervaringen met afwijzing, waardoor ze soms uit angst daarvoor weer terug de kast inkruipen zodra ze ergens worden opgenomen of meetings bezoeken.’

Hoge drempel

Jason Farrell, directeur van Choices Support Center, ziet dezelfde hiaten in de Nederlandse verslavingszorg. Farrell bood ruim dertig jaar Harm Reduction-programma's aan in onder meer New York. Na zijn verhuizing naar Nederland besloot hij een centrum op te zetten dat mensen ondersteuning op maat biedt bij de aanpak van hun verslaving en seksueel risicogedrag. ‘Veel verslavingsbehandelingen bleken niet te voldoen’, legt hij uit. ‘Er waren lange wachttijden, er was een grote dropout en de kans op terugval na behandeling was groot. Door mensen tijdens hun wachttijd al te begeleiden en voor te bereiden op hun behandeling houden ze het beter vol en is de kans op volledig herstel groter.’ Vooral de regenbooggemeenschap liep tegen problemen aan, merkte Farrell. 'Het viel bijvoorbeeld op dat chemsex in de homogemeenschap toenam, maar dat dit niet adequaat werd meegenomen tijdens behandelingen. Professionals richtten zich alleen op het drugsgebruik, niet op de seks. Er is sprake van stigmatisering en onjuiste informatie over genderidentiteit en problemen waar homomannen mee worstelen.’ Het gaat om gedragsverandering waarbij alle risicogedragingen van de cliënt moeten worden aangepakt, zegt Farrell. ‘Niet iedereen kan zijn drugsgebruik veilig beheersen, zeker niet als je een netwerk hebt van vrienden die drugs gebruiken. Vrienden vinden die je nieuwe levensstijl accepteren en steunen, kan heel moeilijk zijn. Daarom brengen we naast individuele begeleiding ook mensen met elkaar in contact die dezelfde doelen nastreven, zodat ze een nieuw netwerk hebben om hen te steunen.’ 

Onvoldoende kennis
‘Het zou mooi zijn als iedere verslavings- of gezondheidszorginstelling een of meer aandachtsfunctionarissen heeft met specifieke kennis over de (geestelijke) problemen waar mensen uit de regenboog-community mee worstelen’, vindt veldwerker van Stichting Mainline Leon Knoops, die zich onder andere inzet voor de gezondheid van mannen die seks hebben met mannen (MSM). ‘In deze groep wordt minimaal twee keer vaker middelen gebruikt dan onder heteroseksuele mannen. En dat gebruik normaliseert’, legt hij uit. ‘Wanneer deze mannen hulp zoeken, krijgen ze dikwijls te maken met taboe over drugs en gayseks. Veel huisartsen weten niet eens wat chemseks is, terwijl het nu ook steeds meer voorkomt onder andere regenboogidentiteiten. Over het algemeen is er onvoldoende kennis en expertise onder zorgprofessionals.’ Verder zijn behandelingen vaak onbevredigend, vertelt Knoops. Wederom omdat het seksuele stuk meestal niet wordt meegenomen. ‘Je leert niet hoe het op een veilige, niet destructieve manier kan. Als je na de behandeling dus weer op zoek gaat naar intimiteit, seks en connectie is het risico op terugval groot.’ Toch is er goed nieuws. Geleidelijk aan komt er vanuit de community, maatschappij en diverse (verslavings)instellingen meer aandacht voor de specifieke problemen onder regenboogpersonen. In bepaalde regio’s in Nederland begint bovendien de kennis onder zorgprofessionals toe te nemen. Knoops: ‘Onlangs is in Rotterdam de eerste Nederlandse chemsekskliniek geopend. Informatie hierover vind je bij anteszorg.nl. Mainline zelf organiseert verder elke twee weken meetings voor homo- en bimannen die met drugs en/of chemseks zijn gestopt. (info: chemseks@mainline.nl)’

Uitlaatklep
Ook verslavingszorginstelling Zero&Sano wil een pad creëren naar recovery, waarbij iedereen zichzelf en eerlijk kan zijn. Bestuurder Micha Vermaat: ‘Omdat er een lichte toename was in onze Safehouses van regenboogpersonen die met hun identiteit en levensvragen worstelden, besloten we een peergroep op te richten. Het werd een succes. Zowel mensen uit de community als andere belangstellenden voelden de ruimte en vrijheid om zich open te stellen.’ Cliënt en bewoner Onno Besterbreurtje (28) nam het initiatief een tweede meeting te organiseren. ‘Ik ben vanaf mijn elfde uit de kast als homo en het viel mij altijd al op dat in mijn gemeenschap een grote groep verslaafd is en daarbij tegen andere problemen aanloopt dan de meeste heteromannen. Daar mag meer aandacht voor zijn.’ De tweede meeting werd eveneens goed ontvangen. Onder andere Anildo Gontalves (36), nam er deel aan. ‘Uiteindelijk wil ik terug de community in om dragqueen te worden, maar dan zonder shit en drugs. Ik wilde van anderen horen hoe zij ermee omgaan en tips krijgen. Tot nu toe had ik alleen nog geen meeting gevonden waar ik met mijn verhaal terechtkon. Met ondersteuning van Onno durfde ik mijn verhaal te delen. Eindelijk vond ik mijn uitlaatklep.’ Zero&Sano onderzoekt op dit moment de mogelijkheden de meetings structureel te maken en uit te rollen naar overige locaties in Nederland. Dat is hard nodig, denkt Onno. ‘In onze community lopen veel mensen rond met geheimen. Ik ben ervan overtuigd dat ‘secrets keep you sick’. Dat is een van de dingen die we met deze meetings willen doorbreken. Daarnaast willen we het bewustzijn verhogen over risicovol gedrag in onze community.’

Aannames
Maar ook aan het bewustzijn van behandelaren mag flink gesleuteld worden, vindt Camiel Welling. ‘Het grootste struikelblok zijn aannames. Veel behandelaren hebben niet eens in de gaten dat ze tegenover een regenboogpersoon zitten en nemen aan dat hun cliënt zelf wel over hun identiteit en bijkomende problemen begint. Maar als je je schaamt en afgewezen voelt, doe je dat juist niet. Behandelaren moeten dus zelf die veilige omgeving creëren, zodat cliënten erover durven te praten.’ Regenboogidentiteiten komen nu eenmaal vaker voor dan je denkt, vertelt Welling. ‘We gaan ervanuit dat als iemand er vrouwelijk of mannelijk uitziet, dat het dan wel een vrouw of man zal zijn. Vraag gewoon naar iemands identiteit, hoe iemand aangesproken wil worden en wat iemand nodig heeft in de behandeling.’ Het gaat om persoonlijke behoeftes. De een komt liever in een apart programma terecht dat zich focust op specifieke regenboog-problemen. De ander legt er liever minder de nadruk op. Welling: ‘Aparte klinieken zijn niet per se nodig zolang er een inclusief en veilig klimaat is waar op maat hulp wordt geboden. Ik hoop dat steeds meer verslavingsinstellingen dit beseffen en stappen ondernemen om betere aansluiting te vinden bij verslaafde regenboogpersonen.’

* In Amerika ontwikkelen gaypersonen 2 keer zo vaak een alcohol- of tabaksverslaving dan heteromensen
* Bi-seksuelen hebben 3 keer zo veel kans op een drugsverslaving.
* Regenboogpersonen die hun identiteit nog niet hebben ontdekt, hebben 5 keer zo veel kans op een drugsverslaving
* Transgender-studenten in Californië zijn 2,5 keer meer geneigd harddrugs te gebruiken dan cisgender-studenten

Valeska (24), panseksueel, non-binair
9 maanden en 16 dagen in herstel van alcoholverslaving, eten en automutileren

‘Dit is wie ik ben’
‘Op jonge leeftijd worstelde ik al met mijn identiteit. Mijn ouders waren lief en vol begrip, maar ik bleef ongelukkig en op school werd ik gepest. Op mijn twaalfde begon ik te automutileren. Later kwam daar een alcoholverslaving bij. Op mijn zeventiende deed ik een zelfmoordpoging. Toen ik uiteindelijk bij Yes we Can Clinics terechtkwam, was er veel aandacht voor mijn individuele problemen. Ik voelde me sterker, geaccepteerd en meer comfortabel met mezelf. Helaas ervoer ik er met betrekking tot mijn genderidentiteit wel spanning. Ik lag op een kamer met twee mooie meiden en voelde me ongemakkelijk. Door het prettige klimaat durfde ik het echter bespreekbaar te maken en nu heb ik een kamer voor mezelf in een Safehouse met allerlei regenboogpersonen. Hier voel ik me thuis en weet ik dat ik niet alleen sta in mijn zoektocht. Ik ben eruit dat ik panseksueel en non-binair ben. Ik val op persoonlijkheden en heb geen duidelijke seksuele voorkeur. Dit is wie ik ben. Om mijn herstel te ondersteunen, bezoek ik de online meeting True colors en op zondag de meeting Rainbow and friends. Voor mij persoonlijk is het prettiger om met mensen te zijn die net als ik zijn. Hier word ik beter gesnapt dan in een ‘gewone’ meeting.’

Sky (38), opnieuw op zoek naar zijn regenboogidentiteit
10 maanden in herstel van seks en liefde-verslaving (SLA) en harddrugs

‘Vooroordelen beginnen bij mijzelf’
‘Op mijn achttiende kwam ik uit de kast als homoman. Ik ging alleen nog uit met homomannen, naar homorestaurants, homoclubs en naar de homokapper. Het gebruik van drugs in combinatie met seks was normaal; het versterkte mijn gevoel van vrijheid. Maar ondertussen struggelde ik met traumatische ervaringen. Ik gleed af en verloor de wil om te leven. Dat er zoiets als SLA bestond, wist ik niet. Via een vriend vond ik ambulante hulp en kwam in contact met een ervaringsdeskundige homoman. Door zijn verhalen viel alles op zijn plek. Na een terugval werd ik opgenomen in een kliniek. Ik voelde me welkom en geaccepteerd, alleen lag de focus vooral op mijn middelengebruik. Ik legde uit dat mijn verslaving zich op allerlei manieren uit, inclusief SLA, en we vonden een middenweg waarbij mijn eerste behandelaar en de kliniek samenwerkten. Na nog een terugval zit ik nu in een Safehouse waar ik me erg op mijn plek voel. Binnen mijn fellowship ben ik actief om aandacht te vragen voor de specifieke problemen die in de regenboog-community voorkomen. Maar het besef dat vooroordelen bij mijzelf beginnen, was ook erg belangrijk voor me. Mijn verleden en mijn trauma’s kunnen mijn herstel in de weg staan. Speciale meetings helpen me om die vooroordelen te verminderen, maar eigenlijk zou er in ieder Safehouse en kliniek actieve aandacht moeten zijn voor dit onderwerp.’

Ruud Post (59), homoseksueel
7 jaar in herstel van eet- en alcoholverslaving

‘Het is prettig als je dezelfde taal spreekt’
‘Doordat ik als klein kind ernstig gepest werd, leerde ik om me altijd aan iedereen en alles aan te passen. Ik ontwikkelde de kernwaarden die je bij veel homomannen ziet: ik ben anders, word niet begrepen, ik doe er niet toe. Rond mijn zeventiende kwam ik voor het eerst in aanraking met alcohol en begon mijn verslavingsproces. Na ruim 35 jaar zat ik zo ik de knoop dat ik er niet meer uitkwam. Ik had hulp nodig en trok aan de bel bij mijn bedrijfsmaatschappelijk werker. Die wist helemaal niets van verslavingszorg, laat staan als het ging om mensen met een andere identiteit. Dat gebrek aan kennis onder professionals heb ik daarna nog vaak ervaren.’
‘In de kliniek werd totaal niet de juiste aandacht gegeven aan mijn identiteit, maar ik was zo groggy van alle alcohol dat ik dat nauwelijks in de gaten had. Pas later bedacht ik dat dit veel beter had gekund. Als ik Russisch spreek en jij niet, begrijpen we elkaar niet. Het is prettig als je dezelfde taal spreekt. Dankzij mijn fellowship, stabiele relatie en liefdevolle achterban ben ik nu al zeven jaar gelukkig in herstel. Die stabiliteit is essentieel, want de scene waarin je je opnieuw kunt verliezen is dichtbij. Als je daarnaast het gevoel hebt dat er voor jou geen passende hulp beschikbaar is, wordt het lastig om daar weg van te blijven.’

Seksuele oriëntaties en genderidentiteiten

LHBTIQ+ is de verzamelafkorting die in media meestal voor alle seksuele oriëntaties (vroeger geaardheden) en genderidentiteiten wordt gebruikt. Maar deze letters geven nog altijd niet alle varianten weer. In dit artikel maken we daarom gebruik van de term regenbooggemeenschap of – community. Want een regenboog omvat een oneindig spectrum aan kleuren en identiteiten. Dit kader beschrijft, met een slag om de arm, alle huidige identiteiten en oriëntaties.

Seksuele oriëntaties
- Aseksueel / Aromantisch: mensen die geen/minder behoefte hebben aan seksueel/romantisch contact. Deze behoefte varieert per persoon.
- Biseksueel: zich seksueel en/of romantisch aangetrokken voelen tot meerdere geslachten/genders.
- Demiseksueel / Demiromantisch: ervaart alleen seksuele of romantische gevoelens bij een sterke emotionele band met de ander.
- Heteroseksueel: heeft een exclusieve (seksuele) voorkeur voor de andere sekse.
- Homoseksueel: heeft een exclusieve (seksuele) voorkeur voor dezelfde sekse.
- Lesbianisme: vrouwelijke homoseksualiteit.
- Panseksueel / omniseksueel. Aantrekking tot alle geslachten en genderidentiteiten.
- Polyamorie: behoefte of wens om met meerdere personen tegelijk intieme relaties te hebben.
- Sapioseksueel: voelt zich aangetrokken tot intelligentie, niet tot uiterlijk.
- Queer: paraplubegrip voor iedereen die zijn identiteit of oriëntatie niet binnen een hokje kan of wil plaatsen.

Genderidentiteiten
- Cisgender: de genderidentiteit komt overeen met het geslacht dat bij de geboorte aanwezig is.
- Genderfluïde: voelt zich afwisselend meer mannelijk dan vrouwelijk en op andere momenten andersom.
- Interseksueel (vroeger ook wel hermafrodiet genoemd): persoon die zowel mannelijke als vrouwelijke genetische, biologische of anatomische lichamelijke eigenschappen heeft.
- Non-binair (ofwel genderqueer/androgeen): overkoepelend begrip voor genderidentiteiten die niet specifiek vrouwelijk of mannelijk zijn, óf voor het gevoel tussen beide seksen in staan.
- Transgender: genderidentiteit die niet overeenkomt met het geslacht dat bij de geboorte aanwezig is.

Reageer reacties (0)
LEES MEER...