Leven op de automatische piloot

Martijn Bogaardt had het allemaal. Een mooi huis in het buitenland, een belachelijke wijnkelder en een privéjet waarin hij zich liet rondvliegen. Maar hij raakte alles kwijt. Op het laatst leverde hem dit iets op waardoor hij eindelijk voldoening kan halen uit zijn werk en zijn leven. Met de opening van zijn kliniek, IGHD verslavingszorg, probeert hij zijn oude schuld terug te betalen.

Tekst: Yvonne Stevens
Fotografie: Leon van den Broek

Dit verhaal verscheen in juni 2017 in Lef Magazine

‘Als men aan mij vraagt of ik mijn verhaal kan beschrijven dan vraag ik: heb je de film The Wolf of Wall Street gezien? Dat is een beetje een voorbeeld van hoe mijn leven eruit zag. Die film geeft mooi weer wat afhankelijkheid doet met iemand; je ziet iemands karakter helemaal veranderen. De hoofdpersoon is een ingetogen, bijna verlegen, jongeman die er ineens achter komt dat hij ergens  goed in is. Hij kan daar helemaal niet mee omgaan, want van binnen is hij nog dat kleine verlegen jongetje. Hij heeft meer mogelijkheden en middelen dan zijn geest aankan en de jongen ontspoort. Hij had een hoop rijkdom, maar bleef in zijn eentje scheldend over.
Zo’n jongen, dat was ik.

Hebben, hebben, hebben
Destijds werkte ik in het vastgoed en had veel invloed in dit wereldje. Ik begon als makelaar, verhuurde veel en later hielp ik een winkelcentrum te verbouwen. Mensen overtuigen met mijn ideeën en ze overhalen dat ineens iets anders moest, daar was ik goed in.

Ik kreeg het elke keer weer voor elkaar, werd steeds beter in wat ik deed en kreeg grote projecten. Gebouwen verkocht ik voor miljoenenwinsten aan pensioenfondsen of banken. Iedereen in dit wereldje feestte alleen maar, het geld klotste tegen de plinten omhoog. In die periode dronk ik vol gas. Daarvoor dronk ik ook veel, maar niet zo excessief. Het duurde niet lang voordat ik compleet doorsloeg in het idioot doen. Ik liet me rondvliegen in een privévliegtuig van onze maatschappij, woonde in een groot huis in Genève en vond iedereen een klootzak. Ik verziekte mezelf, kon bijvoorbeeld niet in een willekeurig restaurant eten, want mijn smaak was verpest door al het dure eten. Een fles wijn onder de tweehonderd euro vond ik per definitie niet te drinken.

Ik denk dat ik dit van thuis heb meegekregen. Ik ben opgegroeid met een - in zijn ogen - compleet mislukte vader. Hij kwam uit een enorm aristocratisch gezin. Broers van hem kwamen goed terecht, maar hij had niet veel. Hij zocht altijd naar status en dat zorgde ervoor dat ik status belangrijk vond. Op mijn zestiende had ik de mooiste brommer van de buurt, op mijn achttiende wilde ik álles hebben omdat ik dacht dat ik daar status door kreeg.

Mensen leken tegen mij op te kijken door alles wat ik had, maar mijn moeder herkende mij  uiteindelijk niet meer als haar zoon. Ze bezocht me in Zwitserland en ik dacht: dit vindt ze allemaal geweldig. Maar waarschijnlijk dacht ze alleen: wat een idioot.

Sluipmoordenaar
In die tijd was ik echt heel ver weg. Ik was niet bewust met mijn alcoholgebruik bezig en dat is ook het beangstigende van alcohol; in mijn ogen is dit middel het ergste dat je kunt gebruiken. Het is een sluipmoordenaar van je karakter. Je ziet mensen die langdurig en overmatig drinken in een gevoelloze tunnel terechtkomen, waarin ze geen enkele vorm van zelfreflectie meer hebben.
Ik werd een compleet anders mens, maar had het zelf niet door. Vijftien jaar lang ben ik geen dag nuchter geweest. De laatste jaren dronk ik eigenlijk de hele dag door. In de ochtend twee of drie glaasjes champagne bij mijn aardbeitjes en om half twaalf lunch met minimaal een flesje wijn. In de middag ging ik verder met een  gin tonic en in de avond bij het eten nog een fles rode wijn, of twee… En daarna nog wat sterke drank. Mijn lichaam werd resistent en ik liep nog redelijk recht. Met enorme hoeveelheden op, ging ik gewoon aan het werk. En ik dacht dat ik het allemaal nog kon. Ik dacht dat ik nog controle had, terwijl iedereen om me heen daar twijfels over had. Het heeft lang mijn carrière niet in de weg gestaan, en op sommige momenten hielp het ook; ik was die joviale en gezellige vent, overal waar ik kwam was een feestje. Maar het was totale mateloosheid, hoewel het drinken voor mij zelf nooit een probleem was. Subtiele hints uit mijn omgeving kwamen niet binnen, niets raakte me. Ik leefde op de automatische piloot. Niet op gevoel; alleen op ratio.

Schade doen
Mijn omgeving bracht ik ernstige schade toe. Ik had een 3-jarig zoontje dat bij zijn moeder in Nederland woonde, terwijl ik een aantal maanden in Zwitserland doorbracht. Toen ik ineens een moment van eenzaamheid had, ging ik naar het vliegveld en gaf de piloot opdracht me naar Nederland te vliegen. Ik belde bij mijn ex aan en toen ze stomverbaasd opendeed zei ik: ‘Ik kom even voor mijn kind. Hoe leuk is dat.’ Ze zei helemaal terecht dat ik haar overviel en dat ik het in het vervolg moest laten weten, zodat ze onze zoon kon voorbereiden op mijn komst. Ik antwoordde iets in de trant van: ‘Je bent nog steeds hetzelfde pleuriswijf, weet je wat het verdomme kost om met een jet hiernaartoe te vliegen? En nu wil ik mijn kind zien!’ Zo was ik…
Het is nu onnavolgbaar om me te bedenken dat ik dat toen deed, dat deed alcohol met me. Het is verschrikkelijk dat alcohol dat met je doet, zo egocentrisch en met eenzijdige focus in het leven staan.

Rock Bottom crash
Mensen die afhankelijk zijn, hebben altijd een soort rock bottom-punt nodig. Een resetmoment. Alle andere momenten doe je het voor een ander. En dat is niet de bedoeling, je moet jezelf bedenken: ‘Het gaat mis. Ik ben niet goed bezig. Ik heb hulp nodig.’ Als je zover bent, heb je meer kans om behandelbaar te zijn. Mijn rock bottom was toen ik met een groep mensen aan het werk was, dezelfde idioten als ik. We waren enorm druk in Europa met heen en weer vliegen en het oprichten van grote projecten. Uiteindelijk kwam de bankencrisis om de hoek. Het ene na het andere project viel om, de bedrijven vielen om.
We hingen de grote jongen uit en dat raakten wij in een paar weken tijd kwijt. Dat doet wel wat met je. Alles was weg. Mijn huis, mijn wijnkelder, mijn privévliegtuig. Ik was terug in Nederland en zat al dagen op een terrasje: ik was zo ontzettend hard aan het zuipen. Mensen kenden mij zo, ik deed niet anders. Maar drie dagen achter elkaar zo veel, was zelfs voor mij een uitzondering. Ik zag er slecht uit. Er kwam iemand naar mij toe met wie ik in gesprek raakte. Hij zei dat ik wel erg veel dronk. ‘Als jij nou weet wat er met mij gebeurd is de afgelopen tijd, dan zou jij net zoveel drinken’, antwoordde ik. Waarop hij zei: ‘Het zou ook zo kunnen zijn dat het allemaal met je gebeurd is, doordat je zoveel drinkt.’ Dat was een eyeopener. En dat was de laatste dag dat ik dronk.

Van manipuleren naar behandelen
Behandelen is kort door de bocht het nette woord voor manipuleren. Want als je iemand anders ander gedrag kunt laten vertonen of andere beslissingen kunt laten nemen, dan beïnvloed je die persoon. Als je goed bent in het lezen van mensen, kun je ze van positie laten veranderen. Als je die gave hebt, dan kun je dat gebruiken of misbruiken. Ik heb het gevoel dat ik die gave heel lang misbruikt heb.
Je kunt mensen behandelen of manipuleren voor eigen gewin. Met alleen een vlotte babbel kom je er niet, het is complexer dan een snel lulverhaal. Ik zorgde er voor dat grote Nederlandse gemeenten me projecten gunden van een paar honderd woningen,  een industriecomplex of het grootste winkelcentrum van Nederland. Ik was heel goed in staat een groep mensen te motiveren die beslissing te nemen, maar het voelde als diefstal. Het was een gave die ik gebruikte om geld te verdienen. Toen ik in herstel was, wilde ik iets teruggeven aan de maatschappij. Met de gave om mensen te motiveren, wilde ik mensen gaan helpen. Want dat kan óók. Als je doet wat je wilt, en je bent wie je zegt, ben je een heel aangenaam persoon voor iedereen. Dan hoef je niet te liegen en niet te draaien. Bij mij was dit allemaal niet aan de orde.

Nooit meer drinken
Dat ik van het ene op het andere moment stopte met drinken, was het stomste dat ik ooit heb kunnen doen. Met de kennis van nu had ik dat nooit gedaan. Het was op zijn zachtst gezegd erg onhandig; het kan levensgevaarlijk zijn. Maar Ik deed in mijn leven altijd de dingen zelf, dus stoppen met drinken ook. Ik zocht wel contact met mensen die mij daarbij steunden, en ging geregeld naar meetings. Ik had vooral hoofdpijn en was draaierig en trillerig en had veel zucht, maar na een tijd lukte het me om mijn energie uit iets anders te halen.
Het gevoel alles kwijt te zijn gaf me juist kracht om door te gaan. Ik bundelde mijn energie en richtte het op één ding: de oprichting van een eigen kliniek. Ik wilde mensen helpen en dacht: ik wil deze onzin nooit meer, ik ga het gewoon doen. Ik bezocht verschillende klinieken om te kijken en te luisteren hoe het er daar aan toe gaat. Ik wilde niet de grootste, maar wel de beste worden in het vakgebied. Toen ik twee jaar clean was, opende ik mijn kliniek.

Ik ga het doen
Al mijn kracht en kennis kon ik gebruiken om mensen te helpen. In plaats van te drinken stortte ik mij volledig op dit project. Het zorgde ervoor dat ik niet dronk en met veel goede mensen in contact kwam. De vraag is wat er was gebeurd als ik dit niet had opgezet. Waarschijnlijk was ik dan gewoon weer gaan drinken. De meetings die ik bezocht hielpen me mijn nederigheid te vinden. Ik leerde weer hoe het is om onbaatzuchtig te zijn. Dat vind ik zo’n mooi woord; onbaatzuchtig. Iets geven zonder dat je iets terug wil. Dit staat haaks op de levensstijl die ik eerst had. Ik had vroeger alles, maar ik was niet onbaatzuchtig, Bij de meetings zaten mensen die niets hadden, en die volledig onbaatzuchtig waren. Dat vond ik zo waanzinnig. Dat is denk ik de waarheid, daar begint het allemaal mee. Ik ben nu door mijn werkzaamheden permanent omringd door ervaringsdeskundigen, dus een sponsor heb ik nu niet nodig voor mijn gevoel. Hier heb ik alles om mij heen wat ik nodig heb.

Oude schulden terugbetalen
Met mijn werk kan ik teruggeven wat ik van de maatschappij heb gejat. In die oude tijd zat ik in een rare tredmolen. Het voelt heel vreemd als je een gebouw verkoopt met vele miljoenen winst aan een pensioenfonds of een bank. Het is gewoon het geld van hardwerkende mensen. En dan zijn er een paar idioten met open sportwagens die het allemaal maar normaal vinden om dit soort bedragen te verdienen. Dan ben je aan het jatten. Dat kreeg op den duur een heel vreemde smaak. Ik heb in mijn hele carrière in het vastgoed geen voldoening gehad. Als ik bij een gebouw stond dat ik gemaakt had dan dacht ik: ‘Oké, weer zo veel miljoen verdiend aan een pensioenfonds.’ Dat zei me verder niet zo veel. Van IGHD Verslavingszorg word ik vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week heel gelukkig. Ik zie dagelijks resultaat bij de mensen die wij mogen behandelen. Het doel is om een kliniek te hebben waar je mensen kan behandelen die net zo lastig zijn als ik. Als je ze door de wasstraat haalt die herstel heet, hebben ze veel kwaliteit van leven. Als ik dat voor elkaar krijg, dan doe ik het goed! Ik hoop dat ik hierdoor de kans heb om alle schuld die ik heb gemaakt terug te betalen.’

23/05/2019

Schrijf je hier in voor onze wekelijkse nieuwsbrief. 

Reageer reacties (0)
LEES MEER...