‘Mijn dochter is de reden dat ik er nog ben’

Marnix Pauwels (49) raakte in een stevige depressie toen hij na jaren stopte met alle middelen waaraan hij verslaafd was. Zijn dochter Milla (15) wist hem, zij het op een onbeholpen manier, te troosten. Inmiddels krijgt hun band steeds meer diepgang. Marnix: ‘Ik kan nu zo van haar genieten en leuke dingen doen. Het is niet meer om drankmomenten heen gebouwd.’

Dit artikel verscheen in april 2017 in Lef Magazine
Tekst Linda van Doorn
Fotografie Liz Kunst

Boeken domineren het huis van Marnix en Milla. Vooral zelfhulpboeken, maar ook een aantal thrillers. Katten Floor en Felix komen tijdens het gesprek een kijkje nemen en vlijen zich na een poosje afwachtende nieuwsgierigheid tussen ons in. Door de openstaande deur horen we trams klingelend voorbij zoeven. Dochter Milla zit op de bank, haar benen onder zich gekruist. Haar pap zit naast haar, hun knieën losjes en vertrouwd tegen elkaar.
Boven hun hoofden hangen twee tekeningen, zo’n tien jaar geleden door Milla gemaakt. Op de ene tekening staat een verdrietige vader afgebeeld, met een fles wijn naast zich. Op de tekening daarnaast een lachende vader met een pot ‘kofi’.
Milla: ‘Op de eerste tekening vond ik dat papa er niet leuk op stond, dus ik maakte een nieuwe.’

Milla: ‘Ik hoorde net pas voor het eerst van papa dat alcohol nummer één was. Dat vind ik naar om te horen. Terwijl ik ook wel weet dat dat niet aan mij lag, maar toch. Echt bewust was ik me nooit van zijn verslaving, ik was ook nog best jong natuurlijk. Wel heb ik nog het beeld voor me van papa die op vakantie in Turkije veel van die anijs-achtige drankjes dronk. Ik weet nog dat ik dat niet leuk vond. Ik denk dat ik altijd iets tegen alcohol had en ik denk ook dat dat zo blijft. Vriendinnen drinken wel eens om het dronken worden, daar begrijp ik helemaal niets van. Door de uitwerking die ik vaak bij alcohol heb gezien, kan ik het geen ‘gezellig’ middel noemen.

Onoprecht vrolijk
Mijn vader was een goede vader voor me, als ik bij hem was. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik zes was en ergens was het toch altijd feest als ik naar papa ging. Ik mocht veel televisie kijken - ik denk dat ik meer televisie heb gekeken dan alle kinderen bij elkaar - en we aten anders dan bij mama. Maar ik mocht nooit vóór half negen ’s morgens aankloppen en moest altijd lang wachten tot ik hem ‘op een leuke manier’ zag. Soms kwam hij uit zijn bed, gaf me een broodje of een bakje yoghurt en kroop dan weer terug. Natuurlijk kon ik ook heus wel zelf wat eten maken, maar daar was ik soms wel eens te lui voor, dan wachtte ik gewoon.
Hij was vaak somber en als hij vrolijk was, was het niet oprecht. Toen vijf jaar geleden zijn relatie stuk liep, werd hij heel depressief. Soms zat hij huilend en apathisch voor zich uit starend op de bank en ik wist niet goed wat ik moest doen. Ik wilde hem wel begrijpen, maar dat kon ik niet, dus ging ik maar gewoon naast hem zitten en knuffelde hem. Ik wist niet zo goed hoe dat moest, iemand troosten. En hij was ook wel een beetje koppig hoor (lacht). Als papa iets in zijn hoofd heeft, dan krijg je hem niet zomaar van dat idee af. Dus als hij verdrietig was en iets klote vond, lukte het mij ook niet om hem op andere gedachten te brengen of hem op te vrolijken.
Het fijne was wel dat hij was gestopt met alcohol en cannabis.

Kinderpsycholoog
De depressiviteit van papa was me niet helemaal onbekend; zelf ben ik ook vaker bij een psycholoog geweest. Vroeger vooral om angsten, maar dat is al lang geleden. De laatste keer was omdat ik merkte dat ik me abnormaal somber voelde, vergeleken met mijn vriendinnen. Mijn ouders herkenden dat en hebben me er altijd in gesteund. Doordat we alle drie met psychische problemen te maken hebben gehad, rust er geen taboe op en kunnen we er goed over praten. Ik weet dat het een genetische factor heeft, net als verslaving. Bang om net als papa verslaafd te raken, ben ik niet. Ik merk wel dat ik een soort van mateloos ben als ik series kijk bijvoorbeeld en ik wil niet dat dat met alcohol ook gebeurt. Gelukkig ben ik helemaal niet nieuwsgierig naar alcohol, sigaretten of drugs. Misschien leg ik onbewust de connectie met papa’s verleden, maar ik denk gewoon dat ik er niets aan ‘heb’. En als dat zo is, of ik vind het niet lekker, dan wil ik er niet mee experimenteren. Gelukkig vinden mijn vriendinnen het niet stom als ik niet met ze mee doe. Zij vinden het spannend, ik heb er niets mee. Ik zie het wel eens gebeuren dat ze dronken worden. De een wordt dan emotioneel, de ander ziek en weer een ander zit de hele avond onder een dekentje omdat ze er niet tegen kan.
’s Morgens worden ze vast wakker met een kater, en de volgende keer doen ze het toch weer. Ik snap dat niet.

Hij was er wel, hij was er niet
Mijn moeder zei wel eens ‘wat er mis was met papa’. Dat hij er wel was, maar toch ook weer niet. Ik vond dat raar, voelde me dan een beetje aangevallen en werd er ook boos van. Ik zag hem toch? En hij stond toch op filmpjes van vroeger? Hij wás er toch geweest? Ik snapte het verschil tussen fysiek en emotioneel aanwezig zijn nog niet.
Hoewel ik me van zijn verslaving niet echt bewust was op jonge leeftijd, merk ik nu wel heel veel verschil met hoe het was. Hij is nu veel vrolijker en meer ontspannen, ook naar mij toe. We doen meer leuke dingen samen, papa lacht om mijn sarcastische puberale opmerkingen en we kunnen beter praten. Toen hij nog dronk gingen we vaak op vakantie naar een all inclusive resort. Hoewel ik me heus wel vermaakte in het zwembad, werd het na een tijdje wel saai. Aan het eind van de dag was ik er gewoon klaar mee en wilde ik naar de hotelkamer, maar papa wilde dan nog naar de bar. Nu zijn we afgelopen jaar samen naar Londen gegaan. Dat was heel leuk. We hebben allerlei leuke dingen gedaan en gezien en waren doodmoe aan het eind van de dag. Als we dan nog naar een bar gingen, dan was het voor de gezelligheid en niet omdat mijn vader zo snel mogelijk vijf borrels achterover wilde slaan.

Trots
Ik ben erg trots op mijn vader. Soms heeft hij nog wel zijn sombere of depressieve momenten, maar dat komt in ieder geval niet door zijn verslaving. Hij is gestopt met alle middelen en dat vind ik heel knap; dat lukt lang niet iedereen. Hij heeft zijn leven gebeterd, ook in zijn relatie met mij. Hij is een betere vader voor me geworden en daar ben ik heel blij mee. Natuurlijk was ik vroeger ook trots op hem, maar nu nog meer, omdat hij ook andere mensen wil helpen met zijn ervaringen. Het is fijn dat hij er zelf vanaf is gekomen, maar ook heel mooi dat hij anderen helpt.’

Marnix: ‘De tekeningen die boven de bank hangen, heeft Milla gemaakt toen ze een jaar of zes was. Daarop zie je heel goed wat er gebeurt en dat ze dus wel degelijk begreep wat er aan de hand was, hoe klein ze ook was. Op de ene tekening zie je mij met holle ogen, een verdrietige uitdrukking en naast me een fles wijn. Ze vond het niet leuk dat ik niet vrolijk op de tekening stond, dus maakte ze een nieuwe. Naast die lachende vader staat een pot ‘kofi’. Ze had onbewust heel goed door dat er ‘twee papa’s’ waren.

Hangen en wurgen
Toen Milla geboren werd, dronk ik al veel. Haar start was moeizaam; haar moeder had een postpartum depressie en ze hebben een tijdje samen in een PAAZ doorgebracht. Ik werkte, dronk en kwam om de twee dagen op bezoek, moe en opgefokt. Toen ze weer thuis waren, stond ik met hangen en wurgen - vaak met een kater, soms nog onder invloed - ’s nachts op om Milla de fles te geven.
Ik vond het eerste jaar heel lastig. Haar moeder voelde zich schuldig omdat ze het idee had dat ze in gebreken was gebleven en er hing tussen ons veel spanning.
Op haar vierde merkten we dat Milla het zwaarmoedige had geërfd. Ze had het er over dat ze dood wilde. Of nou ja, niet ‘wilde’, ik denk dat ze dat begrip nog niet snapte. Maar ze begreep ook niet wat er nou zo leuk was aan het leven en vond het allemaal best zwaar en ingewikkeld.
Toen Milla zes was, gingen mijn ex en ik uit elkaar. We waren al zo lang aan het sukkelen. We zagen er erg tegenop om het haar te vertellen.  Heel even huilde ze, maar het eerste dat ze daarna vroeg was: ‘Krijg ik dan ook twee computers?’
Gelukkig is het contact tussen haar moeder en mij heel erg goed. We zijn negentien jaar samen geweest en zij heeft me depressief en jarenlang verslaafd meegemaakt. Al hadden we het daar nooit over. Mijn dagen stonden in het teken van gebruiken en denken: straks mag ik weer. Maar als iemand er over begon ‘bestond’ het niet. Ik had allerlei antwoorden klaar, om er maar niet over te hoeven praten.

Passief agressief
Ik deed heel erg mijn best als Milla bij me was. Van de twee weken was ze vier dagen bij mij, dus ik ging helemaal los als ze er niet was en probeerde me in te houden als ze er wel was. Een verslaving en een kind gaan eigenlijk gewoon niet samen. Ik was continu met mezelf bezig en zette alcohol op nummer één. Hoewel, als ze hadden gezegd: ‘Je moet nu kiezen, nooit meer alcohol of nooit meer je kind’, dan had ik natuurlijk voor mijn kind gekozen. Maar op de korte termijn was de behoefte aan alcohol groter. Mijn kind was er toch wel, als een soort van vanzelfsprekendheid.
Je bent als alcoholist erg gericht op de bevrediging op korte termijn. Je hebt een kater en op dat moment poets je dat weg met alcohol, niet met knuffelen met je kind. Andere vaders gingen op zondag pannenkoeken eten in het Vondelpark, of naar leuke kindervoorstellingen. Wij waren thuis.
Ik voelde me vaak slecht en ellendig en was erg op mezelf gericht. Als ik niet dronk, had ik een kater. Als ik wel dronk, baalde ik dat ik dat deed en dat balen probeerde ik weg te drinken. Ik had er al jarenlang geen lol meer in en schaamde me ervoor.

Onbeholpen lief
Er zat altijd iets knorrigs in me. Ik werd nooit boos en ik vloekte niet, maar mijn gedrag was heel passief agressief, met veel ingehouden woede. Dat is voor een kind misschien nog wel erger, omdat het onduidelijk gedrag is. Als ik boos was, speelde ik dat uit. ‘Ik zal je eens laten voelen hoe boos ik ben!’ En dan begon het grote negeren, terwijl er allang sorry was gezegd. Wat een kinderachtig gedrag was dat zeg. En het ergste is: ik deed precies wat mijn eigen ouders vroeger deden.
’s Morgens bleef ik lang in bed. Ik voelde me slecht en had een kater. Soms ging ik er even uit, dan maakte ik snel een ontbijt en ging weer terug. Als ik sliep voelde ik me niet ellendig.
In 2012 liep mijn toenmalige nieuwe relatie op de klippen en eindelijk besloot ik écht te stoppen met drinken. Ik had al vaker pogingen gedaan, maar vertelde daar niemand over. Die keer vertelde ik het meteen tegen mijn zus en op mijn werk. Op de een of andere manier gaf dat me het gevoel dat ik ‘niet meer terug kon’.
Ik dacht dat ik me beter zou voelen als ik niet meer dronk, maar het ging juist bergafwaarts. Ik zoop alle negatieve gevoelens die ik had altijd maar weg, maar daarmee zíjn ze natuurlijk niet verdwenen. Toen de alcohol uit mijn leven was, stak de depressie waar ik al jaren last van had pas echt de kop op. Veel heftiger dan onder invloed. Milla was heel lief en begripvol. Ze hield me soms vast. Een beetje onbeholpen misschien, maar ja, wat moet je als 10-jarige met een vader die depressief en naar de klote is?

Honderden zelfhulpboeken
Inmiddels ben ik bijna vijf jaar clean. Toen ik vier maanden nuchter was, ging ik alsnog naar een kliniek. Niet om mijn alcoholgebruik aan te pakken, maar om uit mijn depressie te komen, omdat ik suïcidegedachten kreeg en daar niet van schrok. Ik las honderden zelfhulpboeken, greep alles aan om me maar beter te voelen. Dat heeft zeker wel anderhalf jaar geduurd, maar ik ben er doorheen gekomen.
Het duurde nog wel een paar jaar dat ik tegen Milla zei: ‘ik ben vanavond wat later thuis, want ik heb een borrel’ en dat zij dan antwoorde: ‘maar je drínkt toch geen borrel hè?’
Inmiddels heb ik dat vertrouwen teruggewonnen, ze heeft me nu bijna vijf jaar zonder middelen meegemaakt. Ons contact is beter, intiemer en opener. Ik luister ook beter, maar dat heb ik wel moeten leren.
Schuldig voel ik me niet meer. Natuurlijk heb ik dat wel gehad, maar ik ben er niet meer bij gediend en Milla al helemaal niet. Ze heeft meer aan een vader die aandacht voor haar heeft en lief voor haar is. Wat ik heb gedaan is heel stom, en dat kan ik niet méér goedmaken dan door het nu anders te doen.

Een trotse vader
Na het lezen van al die zelfhulpboeken, schreef  ik zelf het boek ‘Vrij’. Geen rocket science, maar een ‘verslag’ van hoe ik alles heb aangepakt. Ik hoop andere mensen inzichten te geven. Schrijven is nu steeds meer onderdeel van mijn leven. Ik schreef al veel gedichten op Twitter, maar nu pak ik het groter aan. Natuurlijk was ik bang dat mijn creativiteit zou verminderen als ik niet meer zou drinken, maar het is alleen maar veel beter geworden. Ik denk dat dat voor iedere verslaafde met een creatief beroep geldt. Dacht ik onder invloed: Ohhh, ik laat alle lidwoorden in dit gedicht weg! Die moet je maar voelen! Dan las ik het de volgende dag en dacht: Wat ís dit? Waar slaat dit op?
Ik vind het fijn om te horen dat Milla trots op me is. Ik ben ook trots op haar. Ik vind het heel tof wat ze allemaal doet; ze is slim en creatief. En ze was degene die me op de been hield. De enige reden om er te zijn en te blijven. Buiten Milla vond ik niets meer interessant om voor te leven. Achteraf blijkt natuurlijk dat er duizenden redenen zijn, maar ik zag ze niet. We hebben een sterke band en fijn contact. Nu we allebei ouder worden, waardeer ik het vaderschap steeds meer en ik geniet er volop van.’

 

Reageer reacties (0)
LEES MEER...