Door schade en schande leerde Nieky van Vlerken (47) dat ze alcoholverslaafd was en daar niet zonder hulp vanaf zou komen. Na haar opname zette ze haar ervaringen om in haar kracht. 'Het is mijn levensdoel verslaving uit de schaamte te halen.'

Tekst Linda de Waart

‘Sinds ik in herstel ben, heb ik onuitputtelijk veel ideeën. In vijf jaar richtte ik drie bedrijven op in HR en recruitment en treed ik op als spreker en trainer. Het is mijn droom uiteindelijk mijn brood te verdienen met lezingen over mijn leven en verslaving. Ik wil mensen inspireren, verrassende inzichten geven en stof tot nadenken. Daarnaast ben ik bezig een platform op te richten voor mensen in herstel. Het aantal meetings waar je na je opname je verhaal kwijt kunt, valt tegen, vind ik. Je hebt de AA, maar vanwege de anonimiteit en de hogere macht voelen veel mensen zich daar niet tot aangetrokken. Ik wil met het platform graag een laagdrempelig alternatief bieden. Het helpt in je herstel als je ook de moeilijk dingen in je leven kunt delen. In deze wereld waarin mensen geloven dat alles maakbaar is en hun ellende liever onder de mat schoffelen, valt wat dat betreft nog veel te winnen. Ik zie het als mijn levensdoel verslaving uit de schaamte te halen.

Vrijheid
Nou zie ik je denken: doet ze niet te veel? Is ze niet ‘mateloos’ bezig? Ik heb ADHD, dus ja, ik ben druk. Maar ik ben alert dat ik mijzelf niet voorbij loop. Ik laat een van mijn bedrijven vallen zodat ik me beter met mijn levensdoel kan bezighouden. Drinken wil ik nooit meer; daarin is voor mij geen tussenweg. Mijn verlangen een goede moeder en partner te zijn is wat mij drijft. Het is mijn overtuiging dat niet het doel is wat je motiveert, maar het verlangen daarachter. Zo lukt het mij al vierenhalf jaar geen druppel aan te raken. Herstel heeft me mijn leven en mijn vrijheid gebracht. Wel ben ik realistisch. Terugval hoort bij verslaving; ik moet me daar bewust van blijven. Zucht heb ik nog steeds af en toe, vooral na een rotdag. Op een keer dacht ik dat gokken de oplossing was en sloeg op de snelweg af naar het casino in plaats van naar huis. Omdat ik wist dat ik me op gevaarlijk terrein bevond, vroeg ik de vrouw achter de kassa of ze mij wilde tegenhouden als ik opnieuw geld kwam halen. Dat deed ze natuurlijk niet en ik verloor 250 euro. Terug in de auto voelde ik me zo vreselijk dat ik dacht: ik kan net zo goed naar de kroeg gaan om weer te gaan drinken. Gelukkig was ik nog voldoende bij machte om in plaats daarvan direct naar huis te rijden. Thuis biechtte ik aan mijn partner Johan op wat er was gebeurd. Vanaf dat moment begreep ik: verslaving is echt een ziekte.

Flesmanagement
De eerste keer dat ik hoorde dat verslaving een ziekte is, was in de kliniek. Ik vond het onzin. Verslaving was voor losers die geen wilskracht hadden. Het woordje ‘ziekte’ was handig om je achter te verschuilen. Ik had dezelfde vooroordelen die veelal in de maatschappij heersen. Ik vond mezelf zwak omdat ik niet uit mijn destructieve comfortzone durfde te stappen. En het werd erger. Op het laatst zoop ik mezelf dagelijks van de wereld en kon ik niet meer goed voor mijn kinderen zorgen. Iedere ochtend werd ik depressief van de kater wakker en dacht ik: nu heb ik hulp nodig. Maar na een uurtje dacht ik al: morgen, dan kan ik vandaag nog drinken. Ik vrolijkte op bij dat idee en stippelde nauwkeurig uit bij welke supermarkt ik dit keer mijn drank zou kopen, wanneer ik het op zou kunnen drinken en waar ik het zou kunnen verstoppen. Flesmanagement noem ik dat nu, in plaats van zelfmanagement. Op het laatst dronk ik alles wat ik te pakken kon krijgen. Alleen de nagellakremover liet ik staan. Ik was bezig mezelf dood te drinken. Het dieptepunt kwam toen ik zonder het te merken tijdens het frietbakken gloeiendheet vet op mijn borst had geknoeid. De volgende dag ontdekte ik een enorme brandblaar en was het me een raadsel hoe ik eraan kwam. Ik zag het als een signaal, een wake-upcall. Wil je niet horen? Dan maar voelen. Eindelijk besefte ik dat mijn verslaving zo hardnekkig was dat ik daar niet zonder hulp vanaf zou komen. Huilend belde ik een kennis op van wie ik wist dat zijn vrouw in een kliniek had gezeten. ‘Vertel me alsjeblieft wat ik moet doen’, snikte ik. Hij gaf me het adres van de kliniek en een paar dagen later zat ik op het intakegesprek.

Zombie
In de tussentijd had ik een boek gelezen over een aan coke en alcohol verslaafde vrouw. Zo erg als zij was ik er niet aan toe, vond ik. Dus toen de psycholoog adviseerde om me op te laten nemen, vond ik dat overdreven. Na wat vijven en zessen gaf ze me het voordeel van de twijfel. Iedere week zou ik op dinsdag naar de kliniek komen voor een therapiesessie. Tot die eerste sessie had ik vrij spel en dronk ik me weer helemaal stuk. Ik verscheen als een zombie op het gesprek. De psycholoog haalde er een arts bij en die maakte korte metten met mijn verzet: ‘Als je je niet laat opnemen, schakel ik jeugdzorg in.’ Dat werkte, hoewel er nog steeds een klein verslavingsmonstertje in mijn hoofd stond te roepen: ‘Maar we zouden toch naar Lakedance? Kan het daarna…?’ Thuis vertelde ik mijn kinderen dat mama een aantal weken naar een kliniek wilde omdat ik niet lekker in mijn vel zat en wilde stoppen met roken. Ze vertellen dat het voor alcohol was, durfde ik niet. Ik schaamde me kapot. Het eerste wat mijn jongste zoon zei was: ‘Kom je ons dan weer op tijd ophalen?’
Ook de buren verdienden een verklaring, vond ik. Ik maakte aanhoudend ruzie met Johan, schreeuwde naar hem en kwetste hem tot diep in zijn ziel. De muren waren dun, ze moesten dat meegekregen hebben. Ik bood mijn excuses aan en vertelde dat ik een tijdje werd opgenomen vanwege een alcoholprobleem. Ze waren blij voor mij en zeiden: ‘Goed van je, buuv, Het is nodig.’ En: ‘Knap dat je aan jezelf durft te werken.’ Het bemoedigde me.

Schilderen
Om de buitenwereld op de hoogte te houden, maakte ik vlogs in de kliniek. Ik vertelde over wat ik er allemaal meemaakte, over mijn vorderingen en over mijn ups en downs. ‘Ons Niek in de kliniek’, noemde ik ze. Iedereen om mij heen was vol vertrouwen in een goede afloop. En ook ik raakte daarvan overtuigd. Met de handvatten die ik kreeg aangereikt zou ik het best gaan redden in de ‘echte’ wereld.
Onder de groepssessies die ik in de kliniek volgde, zat ook creatieve therapie. Nooit geweten dat het in mij zat: creativiteit. Ooit tekende ik een poes voor mijn zoon: hij dacht dat het een hond was. Sindsdien durfde ik geen kwast of potlood meer op te pakken. Ook niet toen de therapeut me dat vroeg. Tot ze opperde om op muziek te gaan schilderen. Dat was een schot in de roos. Onder begeleiding van muziek maakte ik het ene na het andere abstracte kunstwerk. Het werd een hobby die flink uit de hand liep. Schilderen zorgde ervoor dat ik rust in mijn hoofd kreeg en beter in mijn gevoel kwam. Uit de kliniek bood het me bovendien afleiding zodra ik last van zucht had. Het werd mijn uitlaatklep. Uiteindelijk heb ik zo veel schilderijen gemaakt dat ik er een hele expositie mee kon vullen. En met mijn ondernemersmentaliteit regelde ik dat natuurlijk meteen. Op een bepaald moment mocht ik een workshop schilderen geven bij YWCC. Dat was zo fijn dat ik besloot dit vaker te doen. Onlangs gaf ik samen met een kunstenares onze eerste creatieve teambuilding-workshop bij een bedrijf. We lieten personeelsleden aan een aantal schilderijen werken, die onderling ook weer een connectie met elkaar moesten hebben. De resultaten waren bijzonder verrassend en de reacties lovend. Ik werd er blij van.

KLM-vliegtuigje
Wat mijn verslaving getriggerd heeft? Geen idee. Ik had een fijne jeugd, zonder veel problemen. Wel liep ik altijd met mijn ziel onder mijn arm. Ik begreep mijn emoties niet en had continu het gevoel iets buiten mij nodig te hebben om erkenning, aandacht en bevestiging te krijgen. Ik was faalangstig, onzeker en vertoonde vaak pleasegedrag. Later kreeg ik meerdere burn-outs en heb ik zelfs in een boeddhistisch klooster gezeten om antwoord te krijgen op de vraag wie ik was. De onrust in mijn hoofd werd minder als ik dronk. Ik dronk om te verdoven. Maar eenmaal begonnen kon ik nauwelijks stoppen. Toen ik bijna zeven jaar geleden de diagnose ADHD kreeg, viel er veel op zijn plek.
Op mijn veertiende dronk ik voor het eerst Apfelkorn. ‘s Nachts was ik er zo draaierig van geworden, dat ik dacht dat het miniatuur KLM-vliegtuigje dat boven mijn bed hing echt rondjes vloog. De volgende dag schrok ik me kapot: mijn handpalmen waren helemaal geel. Ik wist dat ik mijn lichaam flink op de proef had gesteld en was bang. Had ik mijn lever kapotgedronken? Het bleek de zelfbruiner te zijn die ik de avond ervoor niet goed van mijn handen gewassen. Na die eerste keer ging ik vaker op stap. Ik was degene die altijd tot het laatst in de kroeg hing en letterlijk mee naar huis getrokken moest worden. Vooralsnog bleef het beperkt bij weekenden en feestjes. Maar toen ik mijn ex-man ontmoette en twee kinderen kreeg ging het verder bergafwaarts. Ik miste sensatie in mijn leven en keek uit naar de weekenden waarin ik weer op stap kon met mijn vriendinnen. Ik zocht spanning door met mijn dronken kop aandacht te trekken, waar ik achteraf dan weer vreselijk spijt van had.

Rok in string
Geleidelijk aan ging ik steeds meer doordeweeks drinken. Eerst alleen bij het eten, later ook ’s avonds als de kinderen op bed lagen. Ik functioneerde prima, dus ik zag er geen kwaad in. Al zette ik mezelf wel steeds vaker gruwelijk voor lul. Op vrijdagmiddagborrels liep het steevast uit de hand en bracht ik lallend en zingend collega’s het schaamrood op de kaken. Of ik wandelde met mijn rok in mijn string nietsvermoedend de hele kroeg door. De volgende werkdag schaamde ik me zo dat ik mijn collega’s nauwelijks onder ogen durfde te komen. Ik ben blij dat ik dat nooit meer hoef mee te maken en me niet meer hoef af te vragen wat ik gisteravond in godsnaam heb gedaan. Ik ben blij dat ik geen dubbele agenda meer heb, dat ik nu zuiver ben, kan relativeren en geen drank meer nodig heb om het leven aan te kunnen.
Omdat we te verschillend waren, groeiden mijn ex en ik uit elkaar. We scheidden en troffen een co-ouderschapsregeling. Als de kinderen bij mij waren, dronk ik niet buitensporig, in het begin. Maar dat veranderde. En mijn oudste zoon begon dat door te krijgen: ‘Mam’, zei hij, ‘drink je nu alweer wijn?’ Dit was het laatste wat ik wilde. Ik wilde überhaupt niet dat iemand merkte dat ik te veel dronk en daar deed ik erg mijn best voor. De fabrikant van Fisherman’s Friend moet haast failliet zijn gegaan toen ik stopte met drinken.

Wijnen
De kliniek was een boost om met mijzelf aan de slag te gaan. Ik las stapels boeken over zelfontplooiing en nam deel aan diverse therapieën, trainingen en cursussen. Daardoor herken ik mijn valkuilen nu extra goed en weet ik wanneer ik een tandje bij moet zetten. Dan volg ik bijvoorbeeld een meeting extra en praat ik meer met Johan en vriendinnen. Ik heb het geluk dat mijn naasten altijd achter me zijn blijven staan. Als ze mij op een bepaald moment links hadden laten liggen, had ik dat ook begrepen. Ik heb hun vertrouwen flink beschaamd. Maar eenmaal in herstel had ik dat vertrouwen snel teruggewonnen. Alleen betwijfel ik of ze in de gaten hebben gehad hoe ernstig de situatie werkelijk was. Op het moment dat ik dat bijvoorbeeld aan Johan probeerde duidelijk te maken, zei hij: ‘Wat geweest is, is geweest Niek. Laten we gewoon afspreken dat je nooit meer iets stiekem doet.’ En dat doe ik. Er zijn geen geheimen meer tussen ons.
Bij wijze van test ben ik een tijdje terug langs de wijnen in de supermarkt gelopen. Ik durfde dat lang niet, maar wat bleek? Ik voelde nul behoefte om mijn karretje vol te laden. Mijn zucht wordt minder, maar ik blijf voorlopig toch triggerende situaties mijden. Spanning en stress zijn risicofactoren, ik wil geen terugval uitlokken als dat niet hoeft. Inmiddels weten veel mensen dat ik niet drink en bieden ze het me vaak niet eens aan. Gebeurt dat toch, dan heb ik er geen enkel probleem mee om uit te leggen waarom ik alcohol afsla en pak ik gelijk de kans om uit te leggen wat verslaving is. Ik pleit er sowieso voor om onze maskers af te zetten. Vooral op social media. Wees eerlijk en open over wat er werkelijk speelt in plaats van te doen alsof je leven perfect is. Als we de schaamte doorbreken en laten zien dat we niet alleen staan in onze problemen, zou dat voor veel mensen enorm helpend zijn.’

Reageer reacties (0)
LEES MEER...