Ja oké, ze was ziek. Maar dat mijn moeder - voor mij geheel onverwacht - overleed, was wel een dingetje. Ik was negen.

Niet wetend hoe ik met die gebeurtenis om moest gaan besloot ik haar, inclusief de negen voorafgaande jaren, uit mijn hoofd te bannen. Mijn moeder bestond niet meer, herinneringen weggevaagd. Als het er niet is, mis je het ook niet. Gepraat werd er niet. 

Waar mijn zussen al snel het huis uit vluchtten om daar hun eigen verdriet te verdringen, bleef ik achter met mijn vader. Een vader overmand door verdriet vond in alcohol een geweldig medicijn. Soms vond ik hem bebloed onder aan de trap, flauwgevallen na een halve suïcidepoging achter een gesloten badkamerdeur of plassend in de hoek van zijn slaapkamer. Het had ook voordelen. Ik ging met zeven onvoldoendes over en de postbode bracht voortdurend repen chocola. Opgestuurd door verre tantes. Gepraat werd er niet. 

Na wat wankele, doch gevierde, omzwervingen waarin ik mijn verleden voor mezelf krampachtig probeerde te verbergen, vond ik werk in de gevangenis. Het bleek een omgeving waar ik het verschil kon maken. In gesprekken met vooral verslaafde, gedetineerden bleek hun geschiedenis vaak als twee druppels water op die van mij te lijken. Onverwerkte trauma’s en spijkerharde herinneringen. Die van mij netjes opgeborgen in afgesloten lades in mijn hoofd. Die van hen gedempt met duizenden liters alcohol, spuiten vol met heroïne en ladingen pammetjes. Ik snapte hun problemen en in gesprekken raakte ik vaak de kern. Het leverde mij enorm veel waardering op en ik begon te denken dat mijn traumatische verleden alleen maar voordelen had. Ongemerkt leek ik de spanning die zich ook in mij opbouwde tijdens al deze contacten weer te kunnen laten ontsnappen, de laatjes bleven dicht.  

Inmiddels heb ik weinig gesprekken meer met individuele gedetineerden. Ik geef vooral nog les over verslaving aan personeel. Afgelopen winter begon ik mij steeds onrustiger te voelen, onredelijke eisen aan mezelf stellen en een lege agenda te voorkomen. De lades springen open. Het negenjarige jongetje klopt aan de deur.  

Zo fijn dat ik nu zelf ben gaan praten. 

Reageer reacties (0)
LEES MEER...