Meer bekendheid nodig voor Arfid

Hoewel Arfid een erkende voedingsstoornis is, kennen veel deskundigen het niet. Dat zegt Sandra Mulkens, bijzonder hoogleraar Voedings- en eetstoornissen. Zij pleit voor meer onderzoek naar de stoornis.

De afkorting ARFID staat voor ‘Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder’. Heb je last van deze voedingsstoornis, dan mijd je voedsel met een bepaalde textuur, smaak of kleur. Sinds 2013 staat het in het psychiatrisch handboek DSM-5, waarin alle stoornissen en hun symptomen staan. Het verschil met eetstoornissen zoals anorexia, is dat er bij Arfid een fixatie is op het voedsel zelf, in plaats van op het gewicht of uiterlijk.

Sandra Mulkens, verbonden aan de Universiteit Maastricht, wil meer onderzoek naar de aanpak van Arfid. ‘De problematiek was er altijd al, alleen hadden we er geen term voor’, vertelt ze vrijdag aan het AD. ‘Voorheen stond het bekend als een aandoening voor kinderen. Dat is niet zo gek: 20 tot 40 procent van de jonge kinderen vertoont kenmerken van Arfid, lust bepaald eten echt niet, of eet voortdurend maar één gerecht. De grootste groep groeit daaroverheen, maar een paar procent houdt de klachten.’ Zelf behandelde ze pubers en volwassenen met Arfid.

Cognitieve gedragstherapie
Flink afvallen of aankomen, sociale problemen, een onrealistisch zelfbeeld en afhankelijkheid van voedingssupplementen zijn belangrijke kenmerken van de voedingsstoornis, staat in het psychiatrisch handboek. Gelukkig blijkt Arfid te behandelen met cognitieve gedragstherapie. ‘Je confronteert mensen met het verschil tussen hun angst en de realiteit. En je moet niet te veel meegaan in het mijdende gedrag van de patiënt.’ Een recent klein onderzoek van een promovendus laat zien dat die behandeling werkt, volgens Mulkens. 

16/4/2019

Schrijf je hier in voor onze wekelijkse nieuwsbrief. 

Reageer reacties (0)
LEES MEER...