Voornemen

Sinds ik niet meer drink, geef ik veel meer geld aan kleren uit. Het was al een behoorlijke kostenpost toen ik nog dronk, maar sinds ik gestopt ben loopt het de spuigaten uit. In mijn eerste droge maanden had ik daar geen probleem mee; ik hield geld over en had bovendien wel een beloning verdiend. Maar onderhand had ik wel een gezonder uitgavenpatroon verwacht. Niet dus. Afgelopen vrijdag heb ik er in twee uur tijd een klein maandsalaris doorheen gejast. Nou ben ik geen grootverdiener, maar ik had voor dat geld ook een tweedehands auto kunnen kopen of een houtkachel voor mijn volkstuinhuis. In plaats van naar een knapperend haardvuur kijk ik naar twee rokken, een paar schoenen en een wollen vestje. Heb ik dit nodig? Nee. Natuurlijk niet. Het zijn stuk voor stuk minieme variaties op spullen die ik al heb. Maar ook: ja. Heel erg JA. Want een goede zwarte rok is nooit weg en een donkerblauw vestje kan bij van alles en nog wat gedragen worden. Ik hoor vriendinnen al zeggen: maar je had toch al een zwarte rok? Ja, een stuk of tien, maar deze is van wol en de sluiting is zo mooi. Bovendien is ie ‘net over de knie’ en kreeg ik 40% korting.

Dat ik die onverantwoorde uitgaven goedpraat, verontrust me nog het meest, want: verslavingsgedrag. Niet alleen vertoont het smoezen en bagatelliseren parallellen met mijn oude drankzucht, ook de fasen die aan de financiële uitspatting voorafgaan doen aan drinken denken. Het begint met onvrede: ik zie er niet uit en heb niks om aan te trekken. Daarna volgt het onderhandelen: oké, je mag iets kopen, maar alleen als je het echt nodig hebt en het nog jarenlang meegaat. Vervolgens kom ik in een roes en koop ik er nog drie onnodige dingen bij: want ik leef maar één keer en werk er hard voor. De kater komt wanneer ik de nieuwe spullen voor mijn eigen spiegel pas, waarin ik er na een middagje shoppen tien jaar ouder uitzie. Meestal krijg ik dan alweer zin in iets nieuws. Zoals nu, want ik blijk geen enkele top te hebben die bij die tweede rok past. Cyclaamrode zijde! What was I thinking? Niks dus. Denken doe ik niet als ik in een pashokje sta. Als ik de ergste schrik om mijn versleten beha en dito lichaam te boven ben, begint het fantaseren over de gelegenheid waarop ik het kledingstuk dragen kan. Dan denk ik niet aan ‘op de fiets naar kantoor’ of ‘te voet door sneeuw naar Albert Heijn’, maar ik zie borrels, bruiloften en partijen. Hoe lang heb ik nu niet gedronken? Meer dan twee jaar, maar mijn onbewuste of onderbewuste, of hoe je dat moerasgebied ook noemt, is nog altijd gefixeerd op gelegenheden waar veel alcohol wordt gedronken. Terwijl ik het grootste deel van mijn tijd achter mijn bureau zit, op de bank lig of probeer te tuinieren. Heel verantwoord allemaal, maar ik zou pas echt verstandig bezig zijn als ik een fatsoenlijk regenpak zou kopen of een paar nieuwe hardloopschoenen. Die heb ik nodig, niet de handgemaakte Italiaanse brogues die hier voor me staan.

Terwijl ik dit schrijf, is de kater gezakt. Wat rest is een schuldgevoel met het bijbehorende ‘goede voornemen’ voor de toekomst. Minderen of stoppen is in dit geval geen optie. Goedkope kleren blief ik niet en voordat ik kan stoppen met kleren kopen moet ik er nog meer hebben (in elk geval iets voor op die rode rok). Nu heb ik met mezelf afgesproken dat ik pas weer iets nieuws mag kopen als ik eerst op Marktplaats al die andere ongedragen feestkleren verkoop. Als ik van de opbrengt nu eens niet een kasjmier truitje maar een kachel koop, pas dan zal ik genezen zijn.

Reageer reacties (0)
LEES MEER...