‘Verslaving is een primaire aandoening’

De naam dokter Rodger Meyer is een begrip in de verslavingswereld in Zuid Afrika en ver daarbuiten. Hij heeft een indrukwekkende carrière op zijn conto staan: van huisarts en morfinejunk tot verslavingsarts. Hij strijdt al 25 jaar voor kwalitatief goede verslavingszorg in een veranderend landschap van wetenschappelijke inzichten. ‘Dat verslaving niet altijd even makkelijk te diagnosticeren is, werkt in het voordeel van de actieve verslaafde.’

Tekst Jolande Bastiaans
Fotografie Don van Hout 

Dit interview verscheen in december 2012 in Lef Magazine

U bent van oorsprong huisarts, maar hebt inmiddels een indrukwekkende carrière als arts in de verslavingszorg. Hoe is dat zo gekomen?
‘Ik ben geboren en getogen in Port Elisabeth, een stad aan de zuidkust van Zuid Afrika. Ik ging echter geneeskunde studeren in Kaapstad. Na deze studie bleef ik daar eind van de jaren ‘70 hangen omdat ik er een praktijk als huisarts kon beginnen. Ik had daar tien jaar lang een hele drukke praktijk en gedurende ieder jaar ervan was ik actief verslaafd. Morfine was mijn drug of choice. Lekker makkelijk voor een huisarts, want ik pakte het zo uit mijn eigen voorraad. Het was wel frauduleus wat ik deed, maar het was voorhanden en ik deed het toch. Mijn verhaal onderstreept dat niet iedere verslaafde werkeloos onder de brug ligt. Ik heb tien jaar lang min of meer goed gefunctioneerd terwijl ik 24/7 morfine gebruikte. Daarvoor, in mijn studententijd, gebruikte ik al volop straatdrugs als cannabis, cocaïne en speed. Morfine was mijn einddrug, omdat ik vrije toegang had en omdat er in Zuid Afrika in die tijd geen heroïne te krijgen was. Na tien jaar maakten een paar goede vrienden zich ernstig zorgen over mijn verslaving. Destijds was er nog geen effectieve behandeling voor verslaving in Zuid Afrika, dus ik kwam in  Engeland terecht. Daar ben ik in totaal acht weken in Bristol in een verslavingskliniek geweest. Terug in Zuid Afrika pakte ik gewoon mijn oude werk weer op, waar ik nog steeds toegang had tot dezelfde medicatie. Maar ik zat inmiddels in herstel en gebruikte niet meer. Dat was voor mij het bewijs dat herstel om de persoon gaat, niet om de situatie en/of omgeving. Ik had een interne verandering doorgemaakt en inmiddels een andere visie. Daar in Engeland was ik geïntroduceerd in de Narcotics Anonymous. Bij mijn terugkeer kwam ik erachter dat er helemaal geen NA meetings in Kaapstad waren. AA was wel vertegenwoordigd. Ik wilde graag naar meetings; had het ook nodig, dus toen begon ik om de eerste NA bijeenkomst in Kaapstad op te zetten. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik er in de beginperiode meerdere malen helemaal in mijn eentje zat. Al gauw begon het echter wel te lopen en nu zijn er in Kaapstad 50 tot 60 NA meetings per week.’

Toch hebt u uw drukke praktijk opgegeven en bent u overgestapt naar de verslavingszorg?
‘Ik was naar Zuid Afrika teruggekeerd met het idee en de wens om ook daar een goed behandelcentrum te starten voor verslaafde Zuid Afrikanen. Eerst vond ik het nodig om een fellowship in mijn stad op te zetten, want ik wist dat dit nodig zou zijn als mensen uit de kliniek kwamen. Na een aantal jaren had ik inmiddels de reputatie van een arts met de speciale interesse voor verslaving. Dat was ongewoon in die tijd. De meeste artsen wisten amper wat ze met een verslaafde aan moesten. Verslaving werd ook niet gezien als een medisch probleem, maar als slechte gewoonte. Een zwakte. Door mijn positie kreeg ik in 1993 de mogelijkheid om een paar bedden in een psychiatrisch ziekenhuis over te nemen voor verslaafden. Samen met een lekencounselor, die ik kende van de AA, startte ik de eerste behandeling in dezelfde kliniek. We waren vanaf het begin vrij succesvol; dat verbaasde mijzelf ook, want we hadden helemaal geen opleiding. Die scholing ging ik in 1996 volgen in opleidingsinstituut Hazelden in Minnesota. Om daarna meteen de eerste secundairy care faciliteit in Zuid Afrika op te richten. We waren er inmiddels achter dat 28 dagen opname en behandeling voor sommige mensen simpelweg niet genoeg was.’

Op een gegeven moment groeide in Zuid Afrika - net als in Nederland de afgelopen vijf jaar - het aantal verslavingsinstellingen enorm. Hoe kwam dat?
‘In 1998 nam de verslavingszorg in Zuid Afrika een drastische wending. Verslaving werd erkend als een ziekte en verslavingszorg werd daardoor onderdeel van de algemene gezondheidszorg. Daardoor waren zorgverzekeraars verplicht de behandeling te vergoeden. Dat had voor- én nadelen. Het was goed dat mensen voor verslavingszorg verzekerd werden. Tegelijkertijd zagen slimme zakenmensen verslaving als een kans om snel geld te verdienen. Dat is potentieel gevaarlijk, want daardoor ligt misbruik op de loer. Verslavingszorg dient aan strenge kwaliteitseisen te voldoen en geboden te worden door goed opgeleide professionals. Anders is de kans groot dat de wanhopige junk een makkelijke prooi wordt van mensen die alleen uit zijn op winst.
In 2003 keerden de Hollanders terug in Zuid Afrika, net zoals in 1652 bij de invasie van Kaap de Goede Hoop. Dit keer gebeurde het echter in de verslavingszorg. Dat had een hele simpele reden: tot die tijd was er gewoon geen goede en effectieve behandeling voor verslaving in Nederland. Men zag verslaving als een zwakte en zo werd er ook mee omgegaan. In Zuid Afrika werd die goede zorg wel geboden. Daarnaast was die behandeling een stuk goedkoper dan in Nederland, mede door de gunstige koers van de Rand. Toen ontstond het samenwerkingsverband tussen Nederland en Zuid Afrika op het gebied van verslavingszorg. Voor Zuid Afrika is verslaving inmiddels een exportindustrie. Zoals kaas dat voor Nederland is. Rond diezelfde tijd kwamen er de eerste private verslavingsklinieken in Nederland. Daarna groeide ook de fellowship hier enorm. Langzaam groeit ook in Nederland het besef dat verslaving te behandelen is. Voorheen bestond de zorg uit overlastreductie in plaats van behandeling.’

En daarmee komen we uit op de steeds terugkerende vraag in dit item. Wat is volgens u verslaving?
‘Verslaving is het gedrag dat iemand vertoont met een speciale relatie tot middelen en/of gedrag. Controleverlies is daarbij het grote sleutelwoord. Dat omschrijft ook direct het verschil tussen een verslaafde en een niet-verslaafde: het verlies van controle. Alcoholisten hebben een hele andere relatie met alcohol dan niet-alcoholisten. Of de laatsten nou veel drinken of niet. Voor drugsverslaafden geldt precies hetzelfde onderscheid. Niet het feit dat je drugs gebruikt maakt je een verslaafde, maar de relatie die je met die drugs hebt. Nu is controleverlies een moeilijk te definiëren begrip. Het is een abstract verschijnsel, waarvan de criteria nog steeds niet duidelijk omschreven zijn. Daarom kan de diagnose verslaving een uitdaging zijn. Het is in sommige gevallen nog steeds een grijs gebied. Dat verslaving niet altijd even makkelijk  te diagnosticeren is, werkt in het voordeel van de actieve verslaafde. Zeker voor hen die een grote weerstand voelen tegen het stoppen met het middel of gedrag. Je kunt het als hulpverlener niet bewijzen. Er zijn geen laboratoriumuitslagen die de diagnose ondersteunen. Dat vereist vaardigheden en ervaring van een hulpverlener. Persoonlijk vind ik dit een interessant aspect van mijn beroep.’

‘Verslaving is niet het gevolg van een scheiding, seksueel misbruik in de jeugd, een verhuizing of wat dan ook. Het is een autonome ziekte’

Wat is volgens u de beste methode om een verslaving te behandelen?
‘Laat ik om te beginnen zeggen dat verslaving door goed opgeleide professionals behandeld dient te worden. Dat is het allerbelangrijkst. Dat kan zowel in een ambulante als in een klinische setting. Afhankelijk van de ernst en de duur van de verslaving. Mijn mening is dat verslaving het best kan worden benaderd volgens het ziektemodel. Daarbij kunnen verslaafden beter leven met de enorme schuld- en schaamtegevoelens waar zij mee kampen.
Wat uitermate belangrijk is, is het inzicht dat we tegenwoordig hebben dat verslaving een primaire aandoening is. Ook verslaafden zelf moeten daarvan doordrongen zijn. Dan is het ook het best te behandelen. Een verslaving is niet het gevolg van een scheiding, seksueel misbruik in de jeugd, een verhuizing of wat dan ook. Het is een autonome ziekte. Dat is ook de reden dat je het niet kunt omdraaien. Niet iedereen die een traumatische jeugd heeft gehad, raakt verslaafd. Een verslaving is geen gevolg, al wordt dat nog wel op die manier benaderd door veel maatschappelijk werkers, psychologen en psychiaters. Een verslaving manifesteert zich, ongeacht wat er daarvoor in iemands leven plaatsvindt. Slechts 10 procent van alle drugsgebruikers en alcoholdrinkers wordt verslaafd. Wij noemen dat de secret 10 procent. Die groep zorgt overigens wel voor heel veel problemen. Een verslaving discrimineert ook niet. Je krijgt het ongeacht het feit of je nu rijk of arm, intelligent of dom en of je in een functioneel of een dysfunctioneel gezin bent opgegroeid.’

Maar je kunt het verleden dat een verslaafde meeneemt in behandeling toch niet laten liggen?
‘Nee, zeker niet. Integendeel. Maar een goede behandeling richt zich eerst op de verslaving, het primaire probleem. Daarna ga je kijken naar de bagage die iemand meebrengt. Er moet wel degelijk aan die problemen gewerkt worden. Ik wil dat zeker niet bagatelliseren, want het zijn wél allemaal redenen waardoor iemand terug kan vallen.’

Waarom is abstinentie zo belangrijk voor verslaafden in herstel? En waarom is het voor  bijvoorbeeld een drugs- of medicijnverslaafde gevaarlijk om alcohol te drinken?
‘Een verslaving is het neurobiologisch disfunctioneren van het midden-brein. Een disfunctioneren van het beloningssysteem. Dat systeem reageert uitermate heftig op alle stemming veranderende middelen. Wanneer je die middelen toch neemt als je in herstel bent, dan reageert dat beloningssysteem bovendien erg onvoorspelbaar. Ondanks de herinneringen aan negatieve consequenties tijdens actief gebruik zal het  opnieuw gebruiken van drugs of alcohol tijdens de herstelperiode het beloningssysteem zodanig beïnvloeden dat deze ervaring wint van de voorgaande negatieve consequenties. Om deze redenen is het veel veiliger om abstinent van alle middelen te blijven. Je vecht tegen processen in je hersenen die je helemaal niet in de hand hebt. Net zoals je niet kunt stoppen met ademhalen. Direct komt het controleverlies weer om de hoek kijken.
Er zijn overigens serieuze studies - geen Mickey Mouse studies – die hebben bewezen dat sommige verslaafden in herstel wél gecontroleerd kunnen drinken. Wat deze studies absoluut niet hebben laten zien is welkeverslaafden in herstel dat kunnen en wanneer. Daarom adviseren wij met klem abstinentie en One day at the time. Dat is verreweg de veiligste manier om in herstel te blijven.’

Wat is de oorzaak dat zoveel mensen terugvallen in hun verslaving?
‘Het relatief grote aantal mensen dat terugvalt is het bewijs dat het ziektemodel klopt. Een terugval heeft minder met middelengebruik te maken dan men denkt. Des te meer met het verlies van focus op herstel. Er zijn overigens erg weinig verslaafden die zonder een terugval goed in recovery komen. Daarnaast heb je verschillende soorten terugvallen. De een heeft nog een extra zetje nodig. Een ander pikt na een terugval nooit het herstel meer op. Deze laatste groep is gelukkig in de minderheid. Herstel is ook een moeilijk proces. A sober alcoholic feels like a fish out of the water.
Je kunt de kans op een terugval terugdringen door bewust en waakzaam te leven. Richt je leven in rondom je aandoening. Breng structuur in je leven. Er zijn twee manieren om naar herstel te kijken: als een straf of als een nieuw hervonden vrijheid. Het verlangen naar het middel of gedrag gaat nooit helemaal weg. Het blijft een ambivalente wens. Dan wordt de fellowship van welk programma dan ook belangrijk. Je moet je namelijk op je herstel concentreren. Na twee jaar is je beloningssysteem hersteld en krijg je weer plezier in andere dingen in het leven.’

‘Verslaving is te vergelijken met kanker. Hoe langer het bestaat, hoe erger het wordt’

Wat is volgens u de beste politieke benadering voor de verslavingsproblematiek waar ieder land mee worstelt?
‘Verslaving bestaat. 10 Procent van ieder volk heeft het. Verslaving dient ook behandeld te worden. Ik ben voor het Portugese model. Daar is alle drugsgebruik toegestaan. Net als in andere landen het alcoholgebruik. De wet heeft nog nooit iemand van drugsgebruik afgehouden. Net zomin als de wet ooit iemand van een verslaving heeft afgeholpen. De problemen die drugs voor een land veroorzaken komen niet voort uit het gebruik, maar door het vele geld dat daarmee te verdienen valt. Drugsverbod veroorzaakt criminaliteit. Of drugs nu verboden worden of niet, de 10 procent die een verslaving krijgt blijft. Men is bang dat het drugsgebruik toeneemt door het te legaliseren. Dat is misschien tijdelijk wel zo, maar het aantal verslaafden zal hetzelfde blijven. Maar het is een politieke hot potato, niemand durft zich hieraan te branden. Voor een land als Nederland is het een gunstige ontwikkeling dat de benadering van verslaving zich verplaatst van harmreduction naar effectieve behandeling. Verslaving is te vergelijken met kanker. Hoe langer het bestaat, hoe erger het wordt.’

 

Reageer reacties (0)
LEES MEER...