Roy Smarius: '90 meetings in 90 dagen'

'Ik was al twee maanden clean toen ik mijn échte rock bottom bereikte. Ik stond op het punt terug te vallen en werd weggestuurd bij mijn opvangadres. Ik had niets meer. Dat was drie jaar na mijn eerste overdosis, op de dag dat mijn ouders 25 jaar getrouwd waren.'

Dit artikel verscheen in februari 2015 in Lef Magazine
Tekst: Anne van den Berg
Beeld: Glenn Cornelisse

'Ik zie mijn moeder nog kijken. Daar ligt mijn zoon, dacht ze. Ik keek haar aan met mijn drugshoofd. Ze barstte in tranen uit. Tijdens mijn actieve verslaving ging het steeds slechter met haar. Ze zat aan de valium en iedere keer als ze een ambulance hoorde, verwachtte ze kort daarna politie voor de deur omdat ze bang was dat haar zoon aan een overdosis was overleden. In de tussentijd deed ik een stuk of acht professionele pogingen om af te kicken, waaronder in Zuid Afrika en Schotland. Iedere keer viel ik weer terug.

Boerendorp
Ik groeide op in een kerkdorpje vlakbij Tilburg. In de plaatselijke kroeg werd altijd al stevig gedronken. Op een gegeven moment kwam er ook coke voorbij. Onzeker als ik was en altijd op zoek naar bevestiging dacht ik: waarom niet? Ik zocht constant bevestiging en was een echte allemansvriend. Drugs deed ik om erbij te horen. Het begon eerst met alleen op zaterdagen, maar al snel werd ook de vrijdag er bijgetrokken.  Het ging van kwaad tot erger. Ik ontmoette een jongen die dealer bleek te zijn. Zoon van een slijter, ook. Hele zondagen zat ik dan samen met een andere verslaafde vriend bij hem. Beetje tv kijken, drank erbij. De dealervriend had altijd coke op zak. En maar gebruiken, gebruiken, gebruiken. De eerste tijd kon ik doordeweeks nog prima zonder. Maar ook die grens werd verlegd. Vrienden en familie begonnen het aan me te zien. Ik begon er slechter uit te zien. Verhalen vertelde ik soms voor de derde keer. Mijn opa was alcoholist en mijn vader zag zijn zoon dezelfde kant opgaan. Hij kon me enorm op mijn donder geven - echt, je hebt geen idee -  als hij zag dat ik had gebruikt. Maar ik had overal schijt aan. Ook als vrienden dreigden dat ze me zouden laten vallen. Uiteindelijk hield ik alleen m’n vaste kliekje over: de dealer en de andere verslaafde vriend. De rest keerde me terecht de rug toe.
 
Op heterdaad betrapt
De boel was thuis niet meer te houden. Ik had het daar zo verkloot dat ik bij vrienden van mijn ouders ging wonen. Dat was goed voor me, maar wat miste ik mijn eigen thuis. Op 13 oktober 2013 gebruikte ik voor het laatst. Maar mijn verslavingsgedrag was daarna nog steeds volop aanwezig. Om alle geestelijke pijn te onderdrukken stond ik na twee maanden clean zijn, op het punt om terug te vallen. Bij mijn opvangadres jatte ik geld om drugs te kopen. Ik werd op heterdaad betrapt. Dat bleek het keerpunt in mijn leven. Kerst stond voor de deur en er werd tegen me geschreeuwd dat ik ook daar niet meer welkom was. Dat ik mezelf beter van kant kon maken, dan zo door te gaan. Ze schreeuwden naar me: ‘Zie je dan niet hoeveel verdriet je je ouders aandoet? Ze zijn nog een schim van wat ze waren.’ Ik reageerde schaapachtig. Vervolgens liep ik de deur uit. Ik werd als verloren beschouwd. Intussen kwam kerst steeds dichterbij. In plaats van naar de daklozenopvang te gaan - mijn enige andere optie - sloot ik mezelf twee dagen op in het tuinhuisje van mijn opvangadres. Met de handen in mijn haar heb ik daar twee dagen apathisch voor me uitgestaard. Wat moest ik doen? Totdat mijn ouders opeens binnen stonden. ‘Niemand mag met kerst alleen zijn, Roy’, zei mijn moeder. Ook ik niet, vond ze. Ik mocht mee naar huis. Naar huis! Die warme woorden kwamen zó binnen. Zelfs nu kan ik het niet met droge ogen navertellen. Ik zag weer licht aan het einde van de tunnel en heb er vanaf toen alles aan gedaan om clean te blijven. Door structuur aan te brengen ging het beter met me. Ik werkte weer fulltime als schilder bij het bedrijf van mijn pa en bezocht 90 meetings in 90 dagen. In het begin reden mensen mij nog naar meetings toe omdat ze me niet vertrouwden. Maar langzaamaan won ik dat steeds meer terug. Nu gaat het erg goed met me. Iedere dag zeg ik tegen mezelf in de spiegel dat ik ook vandaag niet ga gebruiken en dat ik eventuele fouten meteen goedmaak. Dat werkt.

Op weg naar het standaard leventje
Mijn verslaving was een harde les voor me, maar heeft me wel gemaakt tot de persoon die ik nu ben. Er is meer diepgang  in mijn leven gekomen. Na een jaar kan ik zeggen dat ik trots ben op mezelf. Mijn fellows zijn mijn betere vrienden geworden. Ik geniet weer van de kleine dingen in het leven. Over mijn verslaving praat ik meer met mijn moeder dan met mijn vader. Ik denk dat er bij hem nog veel pijn zit omdat opa ook verslaafd was. Soms wringt dat wel tussen ons. Ik heb spijt van een heleboel dingen, maar ik kan het niet meer terugdraaien. De pijn die ik mensen heb aangedaan, werd niet veroorzaakt door de echte Roy. Het was de verslaafde Roy. Ik kan alleen nog maar een mooi verleden opbouwen door het nu en in de toekomst goed te doen.  In die toekomst heb ik alle vertrouwen. Ook al bekijk ik in de praktijk alles nog van dag tot dag, dromen heb ik genoeg. Ik wil graag weer een vriendin en op mezelf wonen. Hoewel ook daar natuurlijk angsten zitten. Geef mij maar gewoon het standaard leventje. Vroeger zou ik dat saai vinden: huisje, boompje, beestje. Nu verlang ik ernaar. Hoe mijn ouders met mijn verslaving zijn omgegaan vind ik onvoorstelbaar knap. Ik weet niet of ik dat zelf zou kunnen. Zó veel liefde, dat is echt bijzonder. Het heeft me uiteindelijk gered.’

Dit artikel komt uit de rubriek 'Rock bottom'. Rock bottom betekent letterlijk de bodem van de put raken. Het absolute dieptepunt in een mensenleven. Echter, dit symbolische dal betekent in veel gevallen ook een keerpunt. Voor veel mensen is rock bottom dat moment dat ze beseffen dat er actie moet worden ondernomen.

Datum: 12/05/2017

Reageer reacties (0)
LEES MEER...