Verslaving als primaire ziekte, of als aangeleerd gedrag. De meningen blijven verdeeld. Zo ook bij voorstander van het ziektemodel dr. Rodger Meyer (de grondlegger van de verslavingszorg in Zuid Afrika) en tegenstander Marc Lewis (hoogleraar psychologie en neurowetenschapper). Lef legt zeven stellingen voor.

Tekst Linda de Waart

Stelling 1: Verslaving is een primaire ziekte
Meyer:
‘Hoewel de makers van de DSM-5 geprobeerd hebben de definitie van verslaving te veranderen in een gedragsstoornis, ondersteun ik nog steeds het idee van verslaving als primaire ziekte. De meest simpele uitleg is dat verslaving een bepaald type relatie beschrijft, die sommige mensen hebben met het gebruik van bepaalde stemmingsveranderende middelen of gedragingen. Kenmerkend daarbij is de verminderde controle die ze over hun gebruik hebben. Verslaving is en blijft een abstract begrip; exacte criteria ontbreken, maar op dit moment is de meest plausibele verklaring dat het verliezen van controle een neuro-biochemische basis heeft, die zó dwingend is dat het de wil van de verslaafde overstijgt. Niemand weet precies wat de oorzaak van verslaving (en wat de beste behandeling) is. Bij de laatste telling bleken er zelfs 36 verschillende theorieën te zijn. Daarom noemen we het een bio-psycho-sociale (en sommige mensen voegen hier spirituele aan toe) aandoening. Wetenschappelijk gezien zegt dit niets, maar dat betekent niet dat de ziekte verslaving niet bestaat. Hetzelfde geldt voor veel andere (vooral psychiatrische) ziekten waarvan we de oorzaak niet kennen. Het gaat nog altijd wel om ziekten.’

Lewis:
‘Ik vind dit een ouderwets idee. Waarom kan verslaving overwonnen worden door een verandering van perspectief en omgeving, mindfulness, wilskracht en emotionele groei, terwijl dit niet werkt bij kanker, longontsteking, diabetes of malaria? Natuurlijk, verslaving is een serieus probleem, maar we hoeven het geen ziekte te noemen om het te tackelen. In zekere zin vind ik dat zelfs stigmatiserend. Het kan worden opgevat alsof je je moet schamen voor emotionele worstelingen. Ik denk daarnaast dat veel mensen respect prefereren boven het medelijden dat wordt opgewekt door het hebben van een ziekte. Er zijn ook studies die aantonen dat wanneer je gelooft in het ziektemodel je kans op herstel afneemt en de kans op terug- val toeneemt. Je wordt toch nooit meer beter, waarom zou je dan je best doen? Het gaat bovendien voorbij aan de enorme prestatie die een ex-verslaafde persoonlijk levert om zijn verslaving de baas te worden. Het ziektelabel rechtvaardigt de financiering die nodig is om verslaafden hulp te kunnen bieden. Maar is dat nodig? De overheid financiert ook preventie en interventie-programma’s die issues als pesten of racisme aanpakken. Waarom zou dit niet bij verslaving kunnen? Ik denk dat het tijd is om verder te kijken dan het aloude ziektebeeld.’

Wie is Rodger Meyer?
Dokter Rodger Meyer (62) werkt in Zuid Afrika als verslavingsarts. De voormalige huisarts en morfinejunk strijdt al bijna dertig jaar voor zorg die goed aansluit op de behoeften van verslaafden. Meyer gebruikt sinds 1988 geen mor ne meer. In herstel is hij een dag tegelijk. De arts woont samen, heeft twee volwassen kinderen, een zoon van negen en een hond. Hij is ervan overtuigd dat verslaving een autonome ziekte is die specifieke behandeling vereist. Afhankelijk van de ernst en duur van de verslaving kan dit zowel in een klinische als ambulante setting. Rodger Meyer is een van de stichters van de NA-fellowship in Zuid Afrika en een pionier op het gebied van verslavingszorg. Met zijn meest recente project, Rustenburg Verslavingszorg, probeert hij de verslavingszorg in Zuid Afrika te herdefiniëren.

Wie is Marc Lewis?
De Canadese professor Marc Lewis (66) is vader van een dochter (29) en een tweeling (twee jongens van 11). Samen met zijn vrouw woont hij met zijn jongste kinderen tijdelijk in Nederland. Lewis is neurowetenschapper en professor in ontwikkelingspsychologie. Sinds 2016 is hij met emeritaat. Tijdens zijn studietijd experimenteerde Lewis met drugs en ontwikkelde hij een verslaving. Rond zijn dertigste besloot hij te stoppen. Lewis schreef zeker vijftig wetenschappelijke publicaties en twee boeken over verslaving (Memoirs of an Addicted Brain en The Biology of Desire: Why Addiction is Not a Disease). Hij claimt dat verslaving geen ziekte is, maar dat het zich ontwikkelt, net als verliefdheid en ander emotioneel beladen gedrag. Momenteel werkt hij als psychotherapeut, hij geeft lezingen en schrijft een roman.

Stelling 2: Verslaving is een secundaire ziekte
Meyer: Als verslaving secundair is, dan secundair aan wat? Er bestaat geen specifieke set van psychosociale of sociaaleconomische omstandigheden die op betrouwbare wijze verslaving voorspellen. Verslaving is een autonome ziekte die zich manifesteert, ongeacht wat er in iemands leven plaatsvindt. Of je nu rijk of arm, slim of dom bent en of je in een sociaal gezond klimaat bent opgegroeid of niet, iedereen kan het krijgen. Het is waar dat in bepaalde groepen de incidentie van middelenmisbruik groter is dan in andere. Maar de oude DSM-4 omschrijving van verslaving als substantieafhankelijkheidsstoornis blijft opmerkelijk consistent, ondanks de omstandigheden.’

Lewis: ‘Primair, secundair... Ik geloof niet in het ziektemodel. Punt. In mijn ogen is verslaving zeer krachtig aangeleerd gedrag dat ontstaat door persoonlijk lijden, bepaalde levensomstandigheden en tragedie. Ik noem het liever een mindset of gewoonte. Dat ontstaat niet van de ene op de andere dag, het groeit. Gezond is het niet, nee. Je lichaam heeft het zwaar te verduren, je verliest vrienden, raakt het spoor bijster, verliest je baan en misschien je huis. De wereld wordt een nauwe omgeving waarin je alleen gericht bent op meer, meer, meer van het middel of het gedrag waardoor je je beter voelt. Het gaat om dingen die een hoog aantrekkingsgehalte hebben. Hetzelfde gebeurt bij verliefd worden of wanneer je je ontwikkelt tot een extreme sportfan of religieus fanaticus. Veel onderzoekers dragen hersenveranderingen aan als bewijs voor het ziektemodel. Dat vind ik absurd. Hersenen veranderen bij alles wat we leren, het is een natuurlijk proces. Maar zoiets als ‘het gekaapte brein’ bestaat niet.’

Meyer: ‘Verslaving is een autonome ziekte die zicht manifesteert, ongeacht wat er in iemands leven plaatsvindt’

Stelling 3: Het risico op verslaving neemt toe door een ongelukkige jeugd en/of trauma
Meyer: ‘Zeer onwaar. Dit is een mythe die veel actieve verslaafden gebruiken als excuus om hun gebruik en gedrag te rechtvaardigen. Ieder mens heeft te maken met pijn en lijden, dat hoort bij het leven en dat zijn geen exclusieve ervaringen voor verslaafden. Een aantal mensen kiest ervoor om hun gekwelde zielen te kalmeren met stemmingsveranderende chemicaliën en/of destructief gedrag, anderen wandelen in het park of spelen ijshockey. Van degenen die drugs kiezen, zal slechts een klein deel (ongeveer 10 procent) verslaafd raken. Het overduidelijke feit dat er ook verslaafden zijn die een fantastische jeugd hebben gehad, ondersteunt mijn overtuiging dat verslaving een primaire aandoening is die voorkomt bij bepaalde ongelukkige mensen, maar niet door ongelukkige omstandigheden.’

Lewis: ‘Voorspellers van verslaving zijn pijnlijke ervaringen in de kinder- of adolescentietijd, zoals verwaarlozing, pesten, fysieke en emotionele mishandeling en trauma. Ook door depressie bij de ouders of scheidingen neemt het risico op verslaving toe. En hoe meer slechte ervaringen je hebt gehad, hoe groter het risico dat je verslaafd raakt. Daarnaast vergroten sociaaleconomische factoren zoals armoede, racisme en werkeloosheid het risico op verslaving. Dat suggereert dat de meeste mensen die een verslaving doormaken door een periode gaan van angst, depressie of PTSS. Drugs innemen, gokken, drinken, gamen of (heel veel) seks helpt hen zich beter te voelen, gefocust en verbonden... Natuurlijk geldt dit niet voor iedereen, correlaties zijn nooit 100 procent waterdicht. Maar ik schat dat zeker 80 procent van de verslaafden weldegelijk te kampen heeft met pijnlijke vroege of recente ervaringen. De kans dat perfect gelukkige mensen verslaafd raken acht ik zeer klein, al zal ook dit ongetwijfeld weleens gebeuren.’

Lewis: ‘Veel onderzoekers dragen hersenveranderingen aan als bewijs voor het ziektemodel. Dit vind ik absurd. Hersenen veranderen bij alles wat we leren, dat is een natuurlijk proces’

Stelling 4: Het risico op verslaving neemt toe als het in de familie zit
Meyer: ‘Met gezond verstand kun je redeneren dat kinderen die door alcoholische ouders zijn opgevoed en de nachtmerrie van dichtbij hebben doorgemaakt, extra voorzichtig zullen zijn met hun gedrag ten opzichte van middelengebruik. Toch is de familiegeschiedenis een sterke voorspellende risicofactor voor alcoholisme. Dit duidt op een genetisch component. Trauma bemoeilijkt herstel, maar het veroorzaakt geen verslaving. De bekende arts Gabor Maté betwist dit principe en gelooft er heilig in dat een ongelukkige kindertijd de oorzaak is. Volgens hem móeten we op een of andere manier een tekort hebben gehad aan aandacht en liefde. Op het moment dat onze kinderlijke behoeften niet worden vervuld, creëert dat een diep gevoel van schaamte. Hij gaat nog verder door te zeggen dat vroege negatieve ervaringen de ontwikkeling van neuro-biochemische processen in de hersenen verstoren. Het defecte circuit dat daardoor ontstaat, is verantwoordelijk voor het verslavende gedrag. Deze theorie biedt een prachtige verklaring voor de schaamte die verslaafden kenmerkt, maar de link die hij maakt met de neurobiologie is zwak. Misschien veroorzaakt kindertrauma ook kanker?’

Lewis: ‘Er zijn geen verslavingsgenen; dat is een fantasie. Wat wel erfelijk is, zijn bepaalde persoonlijkheidsstijlen. Verlegenheid bijvoorbeeld, en ook een impulsieve persoonlijkheid zijn deels genetisch en vergroten de kans op verslaving. Modelling speelt eveneens een rol. Omdat je vader alcoholist was, was hij waarschijnlijk niet zo’n leuke vader en had jij niet zo’n leuke jeugd, waar- door de kans op verslaving ook weer toeneemt. Of je leert van hem dat drinken een prima manier is om stress te verminderen. Wanneer jij later in hetzelfde gedrag vervalt, komt dat niet door je genen, maar door wat je in je jeugd hebt geleerd.’

Stelling 5: Liefde overwint alles, ook verslaving
Meyer: ‘De beroemde Zwitserse psychoanalyticus Carl Jung, die toevallig ook een van de eerste AA-leden behandelde, merkte in een brief aan de medeoprichter van de AA Bill Wilson op dat de oplossing voor alcoholisme ligt in spiritus contra spiritum. Het was een woordgrap, want in het Latijn betekent spiritus zowel alcohol als religieuze ervaring, maar in feite zegt hij dat verslaafden, om te herstellen, drank moeten vervangen door menselijke bezieling. De menselijke geest is de essentie van liefdevolle relaties en het (her)vinden van oprechte verbinding is belangrijk voor een goed herstel. Helaas zijn de meeste verslaafden niet zo vaardig op dit gebied.’

Lewis: ‘Verslaafden hebben compassie nodig, connectie en nabijheid. In plaats daarvan worden ze vaak aan alle kanten gestraft... Ze worden genegeerd, gestigmatiseerd, veroordeeld en afgesneden van de buitenwereld. Dat is niet bevorderlijk om te stoppen en om het vol te houden. Verslaving overwinnen doe je vooral door je opnieuw te verbinden met de wereld, met de mensen om je heen en met jezelf. Vergeef jezelf in plaats van jezelf te haten. Liefde voor de ander, maar ook zelfliefde spelen dus een essentiële, krachtige rol.’

Stelling 6: De behandeling van verslaving zou zich moeten richten op cognitieve gedragstherapie (CGT) of juist op het verwerken van trauma’s (psychoanalysetherapie)
Meyer: ‘Het grootste deel van mijn professionele carrière besteedde ik aan mijn zoektocht naar het ultieme behandelprogramma voor verslaving. Het programma dat we nu in mijn verslavingskliniek Rustenburg Verslavingszorg bieden, is daarvan het resultaat. Onze cliënten krijgen bij binnenkomst een uitgebreide medische en psychiatrische beoordeling, waarna we een individueel behandelplan opstellen. Vervolgens krijgen ze een therapeut toegewezen die hen door het behandelproces leidt. Daarbij maken we onder andere gebruik van diverse groepstherapieën, medicatie, individuele counseling, het nodige leesvoer, psycho-educatieve lezingen en activiteiten zoals kunstzinnige therapie, yoga en sport. Ook begeleiden we onze cliënten in de terugkeer naar een nuchter leven in de praktijk en introduceren we ze bij de 12 stappen fellowship. De benadering vanuit het ziektemodel is cruciaal omdat verslaafden vanuit dit principe beter kunnen omgaan met de enorme schuld- en schaamtegevoelens waar zij mee kampen. Afhankelijk van de ernst en duur van de verslaving en van de verslaafde persoon kan zowel een ambulante als klinische behandeling succesvol zijn, mits de selectiecriteria kloppen. Als een verslaafde echt niet kan stoppen, heeft ambulante hulp geen zin en biedt alleen een opname uitkomst. Cognitieve gedragstherapie is misschien nuttig als terugvalpreventietechniek, maar ik ben niet overtuigd van de rol van deze therapie in een primair behandelprogramma. Trauma’s en alle andere drama’s in iemands leven zullen in ieder geval moeten worden aangepakt. Niet omdat dit de verslaving verklaart en het zal wegnemen, wel omdat leren omgaan met je trauma’s het risico op terugval vermindert. Alleen de ziekte behandelen is niet voldoende, ook de persoon achter de verslaving heeft hulp nodig. Wanneer je geen vrede sluit met jezelf en met je verleden en niet in staat bent te vergeven, gaat het waarschijnlijk mis. Of je blijft wel nuchter, maar voelt je miserabel.’

Lewis: ‘Er is niet één therapie die voor iedereen werkt, dus een combinatie van deze twee zou het beste zijn. We weten verder dat mindfulness bijzonder heilzaam is bij verslaving. Op dit moment draait het programma Mind- fulness Based Relapse Prevention (MBRP), een combinatie van mindfulness en CGT, dat erg effectief is gebleken. Om geslaagd te kunnen stoppen is het belangrijk dat de addict zijn zelfvertrouwen (terug)vindt. Mensen moeten zichzelf ervan overtuigen dat ze kunnen leven zonder verslaving. Ze moeten geloven dat ze hun impulsen kunnen besturen, ondanks alle verleidingen in de buurt. Ze moeten de interne dialoog aangaan. Zelf deed ik dat bijvoorbeeld door heel groot het woord ‘nee’ op mijn muur te schrijven en daar iedere keer als ik last van zucht had bewust naar te kijken. Ik mediteerde, deed aan Tai Chi en ontwikkelde een soort vorm van cognitieve restructurering. Ik werd heel vastbesloten omdat ik me realiseerde hoe walgelijk ik mijn gedrag vond. Geleidelijk aan begon ik te geloven dat ik zonder drugs kon. Eerst een paar uur, toen dagen, weken en uiteindelijk voorgoed.’

Meyer: ‘Niemand weet precies wat de oorzaak van verslaving (en wat de beste behandeling) is. Bij de laatste telling bleken er zelfs 36 verschillende theorieën te zijn’

Stelling 7: Iedere verslaafde kan herstellen van zijn verslaving
Meyer: ‘Volledig mee eens. Waarom niet? Leven zonder drugs- of alcoholgebruik, vooral als dit ongecontroleerde gebruik je doodt, is geen onmogelijke taak. Het is niet zoiets als leven zonder zuurstof. De actieve verslaafde echter, zit opgesloten in een web van verkeerde overtuigingen, cognities en mythes die een obstakel voor herstel vormen. Deze obstakels wegnemen, is naar mijn mening een van de functies van verslavingsbehandeling. Op die manier kan iedereen in duurzaam herstel komen. Volgens deskundigen die geloven dat verslaving geen ziekte is, zou gecontroleerd gebruik binnen herstel mogelijk moeten zijn. Ik ben daar geen voorstander van. Er is te weinig duidelijkheid over, wie kan dit wel en wie niet? Ons advies is nog steeds: volledige abstinentie en één dag tegelijk. Dat is verreweg het veiligst.’

Lewis: ‘Ik gebruik de term recovery niet, omdat die erop duidt dat je ziek bent geweest. Ik gebruik liever het woord ‘stoppen’. Natuurlijk zijn ook hier weer uitzonderingen, maar in principe denk ik inderdaad dat de meeste verslaafden kunnen stoppen. Doordat je door je verslaving steeds weer dezelfde handelingen herhaalt, ontstaan paden in de hersenen, waardoor het gedrag dieper in je leven verankert en het aldoor moeilijker wordt ermee op te houden. Dit zijn echter geen blijvende structuren. Zodra je stopt, verandert je brein terug. Het is een omkeerbaar proces en dat is de reden waarom je volledig kunt herstellen van een verslaving.’

Lewis:
‘Er zijn studies die aantonen dat wanneer je gelooft in het ziektemodel, je kans op herstel afneemt en de kans op terugval toeneemt. Je wordt toch nooit meer beter, waarom zou je dan je best doen?’

 

Reageer reacties (0)
LEES MEER...